Stook dat hellevuur maar lekker op Satan!

Dat de huizenmarkt in grote steden en dan met name in onze hoofdstad ietwat debiele vormen aan begint te nemen heeft weinig eufemistische nieuwswaarde. Voor onze startup zijn we druk op zoek naar kantoorruimte in het centrum van Amsterdam. Zo was ik afgelopen woensdag op visite bij een shared office space aan het Raamplein. Moet gezegd worden. Fraai pandje. Mooi geveltje.  Van binnen ook alles puik in orde. Ook de ruimtes die ons werden getoond strak afgewerkt. Zo op het oog niets mis mee. Met degene die ons rondleidde kan ik alleen maar groot medelijden hebben. Voor woekeraars, patjakkers, oplichters en uitzuigers is er namelijk een heel speciaal plekje in het hiernamaals gereserveerd. Ik geloof geenszins in de dualistische kletskoek van monotheïstische godsdiensten, maar voor dit soort schorriemorrie en duivelsgebroed maak ik graag een uitzondering. Stook dat hellevuur maar lekker op Satan!

Zonder blikken of blozen vertelde de sales ‘onprofessional’ dat de ruimte van nog geen 45m2 waar we in stonden om en nabij de vijfduizend per maand zou moeten gaan kosten. Voor zeven werkplekken is dat een geenszins misselijk bedrag. Maar wat schetste mijn verbazing? Deze rare snaak ambieerde klaarblijkelijk een nog warmer plekje in de hel.  Met een titanium staal gezicht kreeg hij het uit zijn bedrieglijke giecheltje dat er zeventig euro per persoon per maand bij zou komen voor internet en koffie. Wablief? Zeventig euro? Je bent niet goed bij je paasei, joh! Pretty primaire kantoorbehoeften me dunkt! De privé martelkamer van Hitler en Stalin, als je de hellepoort passeert tweede rechts na shotjesbar Chupitos,  krijgt er binnenkort gezelschap bij.  Toen mijn compagnon aangaf dat we die prijzen wat aan de hoge kant vonden, weerlegde deze reïncarnatie van Faust dit met het verbale pareltje: “Tsja, Amsterdam centrum, hé!” Ik was met stomheid geslagen en kon slechts zwijgen. Zelden zag ik het salesvak met zo schandalig weinig Begeisterung uitgevoerd worden. Als ik het in graden zou moeten uitdrukken dan was hier sprake van een Kelvinistisch dieptepunt. Meneer Celsius en mevrouw Fahrenheit zouden hier hun wintermuts heel, heel, heel diep voor hebben afgenomen.

Vijfenzestigduizend euro voor zeven werkplekken op jaarbasis. ‘We are not Mad Henkie!’  Koek koek! Weet je hoeveel fucking koffie je daarvoor kunt drinken? Ik durf te wedden dat we voor dat bedrag een eigen koffieplantage in Ecuador kunnen kopen. Binsbanki Holding Koffie Ventures. Ik zie het al voor me. Kijk, alles is relatief. Ik heb gekkere bedragen dan zeventig euro uitgegeven aan idem dito gekkigheid, maar qua koffie viert de kruideniersmentaliteit binnen ons bedrijf hoogtij! En terecht. Don’t fuck with mijn bakje pleur. Totally flabbergasted  en van mijn a propos gaf het Satanskind alsof de duivel ermee speelde een laatste toegift. Mochten we een meeting ruimte willen huren dan was dat een extra vijftien euro per persoon. Niet voor de duur van de meeting. Neen. Per uur natuurlijk. Maar dat is logisch. Ik dank god op mijn blote knietjes dat we nog geen marketeers op de loonlijst hebben staan, want dan zouden we het tonnetje wel aantikken bij dit kantoor. Stook dat hellevuur maar lekker op Satan! Somebody is knocking on your door binnen hopelijk afzienbare tijd. 

Sinterklaas gaat bodieboosten

Het is half twaalf als ik vanaf het balkon mijn laatste slok thee soldaat maak en de laatste hijs van mijn sigaret richting de eeuwige jachtvelden van de Kade blaas. Het is bedtijd. Ik ging voldaan naar bed. Terwijl mijn collega’s na het werk een biertje tapten uit de kantoortap proostte ik vrolijk mee met mijn gemeentepils. Het was een lange dag geweest dus ik dommelde snel in. Ik weet niet meer precies wat ik droomde, maar het moet ongetwijfeld iets met exotische cocktails en een Braziliaans dames beachvolleybalteam van doen hebben gehad. Aan deze droom kwam jammer genoeg een abrupt einde. Slaapdronken realiseerde ik mij het nog niet, maar de streek die mij geleverd werd door mijn huisgenoot openbaarde zich middels een Symphonica Nasala dat de ether van mijn slaapkamer werd in gesnurkt. Mijn huisgenoot was met een collega een borreltje gaan doen en laatstgenoemde lag nu op een matras in mijn kamer bomen te zagen. Gezien zijn staat van dronkenschap leek het mij niet handig hem een ochtendgroet te geven in de vorm van een emmer water.

Mijn huisgenoot moet ook te diep in het borrelglaasje hebben gekeken om mij hiermee op te zadelen. Ik was immers bezig met het coachen van volleybaldames! Godmagende hangtiet! Hij stelde nog wel alleraardigst voor om bij hem in bed te kruipen, maar de ervaring leert dat hijzelf ook niet vies is van het neuriën van ronkende melodieën in zijn slaap. Na een uurtje of twee werd ik echt chagrijnig van dit rochelende kamerorkest. Wat kon ik doen om weer in slaap te komen? Warme melk met honing was geen optie, want ik zat al aan mijn bodieboost maximum qua zuivel. Het roken van het halve jointje dat al een half jaar de binnenzak van mijn stapcolbertje siert leek me uiterst onverstandig aangezien ik dan ongetwijfeld al mijn jokertjes van deze week zou hebben verbruikt door het plunderen van de snoeplade van mijn huisgenoot.

Mijn chagrijn maakte al snel plaats voor een glimlach. Mijn ronkende collega is nog student. Hoe vaak had ik mijn roomies in Tilburg niet wakker gemaakt met afterparty’s in onze huisbar of andere studentikoze ondeugendheid? Was ik niet degene die op een zwarte lijst stond van diverse bungalowparken? Wanneer de Tilburgse politie “geluidoverlast” invoert in hun systeem dan komt nog steeds mijn naam naar boven. Ik bedacht mij dat het hypocriet zou zijn om chagrijnig te blijven over het geronk op mijn slaapkamer. Het was inmiddels een uurtje of vier in de vroege ochtend. Ik besloot maar gewoon op te staan en de ochtend te gaan vieren. Douchen, bodieboost ontbijtje, laarzen aan en gaan!

Het stemt mij erg vrolijk om te wandelen over de grachtjes. Zelfs wanneer ik eerder op pad ben dan mijn krantenbezorger. Hobbelen door Werelderfgoed heeft iets zingevends. Je beseft je dat je onderdeel uitmaakt van de geschiedenis. Amsterdam slaapt. Twee dames die mijn ochtend pad zwalkend kruisten gingen dat hopelijk ook doen. Terwijl ik dit zit te schrijven besef ik mij dat de laatste keer dat ik zo vroeg op kantoor aanwezig was dat ik werkte als beveiligingsbeambte in een deprimerende Tilburgse parkeergarage. Nu zit ik aan de Keizersgracht. Daar moet op gedronken worden! Ondanks dat de kantoortap nog aanstaat ga ik dit vieren met een flinke pot thee en ochtendhitjes. It’s gonna be a long day, maar uiteraard wel met een glimlach. Zoals Ramses Shaffy zei: we zullen doorgaan!