Je kunt tegenwoordig niet eens meer rustig de televisie aanzetten of je wordt geconfronteerd met een kookprogramma. Op het ene kanaal kookt een groepje van vijf randdebielen voor elkaar en eentje is dan de chef (spannend!…kots!!), terwijl men zich op het andere kanaal laat afzeiken door een Brit die zijn seksuele frustraties uit door twee keer per zin ‘fuck’ te zeggen. Van dat programma van Gordon Ramsay is zelfs een slap aftreksel te bezien op de Nederlandse buis. Waarom is die kale dikke zo vaak op tv? Hij kan ongetwijfeld een goed eitje bakken, maar zijn charisma bevindt zich nog steeds in de ‘Van der Valk keuken’ waar hij zich het gastronomisch vak eigen maakte. Meer dan een goede appelmoes heeft die keuken nog nooit verlaten.
Waar Ramon Beuk heeft leren koken is mij overigens helemaal een raadsel. Rot op met je mooie producten! Die vent bederft mijn eetlust. Hij heeft bovendien hetzelfde smerige lachje als het vrouwtje van de chinees tegenover mij. Die lacht ook altijd zo overdreven. Nu kan ik die lach wel aardig plaatsen. Ik zou me ook kapot lachen als ik betaald zou krijgen voor het verkopen van die smerige troep. De laatste keer dat ik bij de chinees op mijn bestelling aan het wachten was, hoorde ik gewoon ‘ping’ uit de keuken komen. Het was niet eens de kok die zijn vrouw iets in het Mandarijn toeblafte, het was de magnetron. Wat die dertien pokken kalenders bij ons op de gang doen, begrijp ik dan ook niet helemaal.
Najah, nu haal ik alleen op zondag chinees. Dan verkeer ik door het overmatig nuttigen van ‘romantische borreltjes’ tijdens de zaterdagavond meestal in brakke toestand. Met een kater zijn de saté, Babi Pangang en Koe Loe Yuk goed weg te buffelen. Bovendien is mijn toiletbezoek op zondagen toch al hoger dan normaal, dus die ene keer meer maakt niet uit. Steek ik ook nog iets op, want het credo ‘al schijtend leert men’ staat bij mij hoog in het vaandel. Een deel van de boekenkast bevindt zich dan ook op mijn toilet. Misschien doe ik er verstandig aan om daar in het vervolg een kookboek neer te leggen.
Er is maar één kookprogramma dat ik wel kan waarderen. Wat heeft die vrouw een geile kop! Ik zou het ook minder seksistisch kunnen omschrijven. Wat een lieve ogen. Of wat een leuke lach, maar ik heb er geen andere woorden voor. Er is in wezen helemaal niets opwindend aan het woord ‘eggy noodles’, maar als Nigella Lawson het zegt, dan krijg ik rode oortjes. Om nog maar te zwijgen over hoe zij een ’hoky-poky-cake’ bakt. Of als ze komt met statements over mensen die groene pepers appreciëren boven rode. Heerlijk! Of als ze een beetje loenst en zegt: ‘I am a little bit clumsy’. Daar kan geen kaassoufflé tegenop! Daarnaast loopt ze ook de hele tijd van haar eigen kunstwerkjes te eten. En eerlijkheid gebiedt me te zeggen: dat is ook wel een beetje te zien. Ach, ze kan het hebben. Ik ben verliefd! En dit keer echt!