Ik troost graag mensen

Het startschot van de avond werd gegeven in de Eddy Bar. Daar ontmoetten we Thea, die in de veronderstelling leeft dat je best de flamingo kunt dansen op André Hazes. Ook als je de pensioengerechtigde leeftijd al enkele jaren bent gepasseerd. Uiteraard was ik de beroerdste niet en waagde een klein dansje met deze licht aangeschoten oma. Oma moet toch aardig diep in het glaasje hebben gekeken, want ik werd uitgenodigd om mee cassettebandjes te gaan luisteren. ‘Unieke opnames van Nederlandstalige klassiekers,’ zo drukte Thea mij op het hart. Ik bedankte feestelijk doch beleefd. Ik heb met de carnaval eens een politiepaard op de bek gepakt, maar ook ik heb  zo mijn ‘Kukident-grenzen.’

Het werd uiteindelijk zo gezellig dat de avondmaaltijd voor het gemak maar weer een keer werd overgeslagen. Niet heel slim, want het middagzonnetje had mij al geïnspireerd tot het nuttigen van enkele alcoholische versnaperingen. Al had ik dat wel verdiend, want je wenst het je ergste vijand niet om op zaterdagmiddag door de Kalverstraat te lopen. Gezinnetjes die uitkijken naar de SBS6 zaterdagavondtelevisie die hoef ik niet slenterend voor mij te hebben lopen, verdomme! ‘Oh dagjesmensen wat heb ik het met jullie geschoten,’ schreeuwde ik in mijn gedachten.  ‘VANISH!’

Uiteindelijk eindigde mijn avond in de Lellebel. Dan kan het zomaar gebeuren dat je rond een uurtje of twee buiten in gesprek raakt met een ‘bardame.’ ‘Ze’ had ruzie met haar ‘bazin,’ omdat die van mening is dat het personeel slechts één shotje per uur mag drinken. ‘Ze’ was behoorlijk woest en maakte haar ‘bazin’ uit voor van alles en nog wat. En terecht! “Wat een bullshit, wat een belachelijke regel!” Ik was het geheel met ‘haar’ eens. ‘Ze’ werd er zelfs een beetje verdrietig van. Ik beloofde dat ik een shotje met ‘haar’ zou drinken, want ik troost graag mensen. Overmoedig als ik was, dacht ik dat het verstandig was om met deze travestiet mee te hijsen van haar pretsigaret.

Niet heel slim, want mijn omgeving veranderde in een fucking draaimolen. Er zat niets anders op de bedstee met een bezoek te gaan vereren. Zwalkend liep ik naar huis, terwijl ik moest denken aan de fijne stelling, die de leukste Amsterdamse die ik tot dusverre heb mogen ontmoeten zonder blikken of blozen eerder op de avond wist te poneren. “In Ierland worden mensen toch ook nog hartstikke oud en die mensen daar zuipen zich elke dag naar de tering. Alcohol is echt zo slecht nog niet hoor.” Het leven moet inderdaad gevierd worden, maar voorlopig troost ik geen travestieten meer.