Vooroordelen

Het is half 1 en ik bestel een Uber. Toch iets teveel La Chouffe gedronken waardoor ik een taxiritje verkies boven een late avondwandeling. Dat doet Kabouterbier met een mens. Mohammed zou er binnen 5 minuten zijn. In een Ford Focus. Ik stapte in en ik werd vriendelijk verwelkomd. We raakten aan de praat. “Waar kom je oorspronkelijk vandaan,”…. ‘Somalië,’ antwoordde ik alsof ik een retorische vraag had gesteld, hetgeen een slechte eigenschap van me is als ik meer dan vier La Chouffe heb gedronken. Hij antwoordde bevestigend. Dus jij bent gekomen naar aanleiding van de burgeroorlog in de jaren ‘90? Somililand werd uitgeroepen in het noorden toch? Dus jij woonde in het Zuiden? Verbijsterd keek Mohammed me aan.

Mohammed was verbaasd dat ik de politieke situatie wist te duiden in Somalië van de jaren ‘90. Zo zie je maar weer. Ik was niet de enige met een vooroordeel. Mohammed dacht waarschijnlijk de zoveelste Amsterdamse snob, wars van historische kennis en nuance, in zijn bubbel te moeten vervoeren. Ik daarentegen dacht opgehaald te worden door een domme allochtoon, die niet veel meer vaardigheden bezat dan het bezorgen van pizza’s of het rondrijden in een Toyota Uber Prius. Vooroordelen zijn diep en zijn hardnekkig. Ze zijn emotioneel, dus zijn ook niet met ratio te verklaren. Jammer genoeg.

Mohammed is in het dagelijks leven een vrachtwagenchauffeur en hij deed Uber er twee dagen per week bij. We raakten aan de praat. Ik vroeg hem of zijn vijftienjarige dochter al slimmer was dan hij en Mohammed moest lachen. Dat denkt ze wel, maar voorlopig heb ik nog steeds een master in Public Administration. “In Somalië?”, lachte ik. Dan is het misschien beter dat je hier je leven bent gaan opbouwen. Mohammed had aardig wat meegemaakt in Somalië. Zijn vader was een gedeserteerde officier geweest in het Volksleger en derhalve was een groot gedeelte van zijn familie afgeslacht. Bruut vermoord. Vrouwen, kinderen, bejaarden. Er werd geen onderscheid gemaakt. Mohammed had na zijn vrouw in veiligheid te hebben gebracht de gok gewaagd te vluchten. Via de VN vredesmacht was hij richting Nederland vertrokken.

Mohammed heeft nog steeds een heel mooi huis aan het strand daar, waar zijn vrouw het liefste naar terug gaat, maar Mohammed ziet het meer als een vakantiehuisje. Niet slecht voor een vrachtwagenchauffeur. Zijn leven is hier. Bovendien hebben ze daar geen Schuddebuikjes, Satékroketten of Calvé Pindakaas. Zwarte Piet vond hij trouwens niet racistisch. Hij is dol op pepernoten en chocoladeletters. De Ford Focus stond inmiddels al vijftien minuten voor mijn huis. Twee Nederlanders in een Ford Focus. Ik vroeg hem als een soort slaapmutsje naar het Koningshuis. “King Willy is the chief”. Over inburgering gesproken. Ik gaf hem een boks, wenste hem veel succes met het slimmer blijven dan zijn puberende dochters en liep met een glimlach op mijn gezicht richting mijn voordeur. Draaide me nog een keer om en zei vriendelijk:

“Salam alaikum, ga weg en bekijkum!”

Mohammed lachte en reed richting de volgende Amsterdamse snob die rondgereden moest worden in zijn bubbel. (Uiteraard niet zonder mij gedag te toeteren)