Glasbak. Mijn zielenknijper.

Je moet goed voor je ziel zorgen. Dat kan op verschillende manieren. De een maakt graag sudoku’s. De ander bezoekt maandelijks iemand die ervoor gestudeerd heeft de juiste vragen te stellen. Weer een ander mag op zijn tijd graag een hasj jointje roken om nader tot zichzelf te komen. Weer een ander vouwt zich in onmogelijke posities in een stoomcabine om innerlijke rust te vinden en draagt zo reflectie een wel heel erg warm hart toe. Ik heb het niet op zielenknijpers of stoomcabines. Ik heb niets tegen sudoku’s of hasj jointjes, maar ik heb een andere voorkeur. Sinds jaar en dag heb ik zo mijn eigen manier om voor mijn ziel te zorgen. Niemand wordt graag met zichzelf geconfronteerd. Zo ook ik niet, dus ik laat de hoeveelheid lege wijnflessen op mijn balkon net zo lang groeien tot de schoonmaakster of mijn huisgenoot begint te klagen. Dat is het moment dat ik met het lood in de sneakers richting glasbak loop. Mijn momentje van confrontatie en zielzorg. Momentje zelfreflectie.

Met de eerste fles was het meteen raak. Dure Chablis. Ik had indruk willen maken op mijn date. De avond toen ik haar ontmoette was het een echte klik aan de piano van mijn favoriete nachtcafé. We werden er op vriendelijk doch dringende wijze uitgeveegd toen het stille Amsterdamse ochtendzonnetje het ‘akward’ moment van afscheid extra belichtte en zelfs van een romantisch cachet voorzag. “Niet zoenen, Patrick, niet zoenen. Vraag haar mee uit.” Ik schudde mijn hoofd terwijl ik de fles de glasbak in mikte. Wat bezielde me? Te veel Amerikaanse films gekeken. Dom hoor! Ze had dan weliswaar met de date ingestemd, maar had er later toch vanaf gezien. Daar zat ik dan met mijn quasi culinaire boodschappen van de Albert Cuyp en te dure wijn. Een lang leven waren de flessen echter niet beschoren. Een dag later kwam een oud collega met zijn Spaanse schone een vorkje prikken. Mooi om te zien dat deze druktemaker in haar aanwezigheid een stuk rustiger was dan ik hem kende. Een laatste vleugje ADHD werd door haar temperamentvol met een belerend vingertje de kop ingedrukt; “puta,” zei ze terwijl ze een slokje van de dure wijn nam. Ik had het niet beter kunnen samenvatten.

Albert Heijn wokolie. ‘Mmmm, hoe kon ik deze inzetten voor zelfreflectie?’ Ik had er aardig wat puike wokgerechtjes mee gemaakt. Menigmaal had het zelfs bijgedragen aan een culinair orgasme, maar daarvan was de wokolie slechts een klein onderdeel geweest. Veel witte wijn flessen die iets met een bonus aanbieding van doen hadden, mikte ik enthousiast de glasbak in. Ik herinnerde me veel borrelavonden. Het pokertoernooi na Koningsdag. “Ik herinnerde me ineens dat ik nog wat ‘Tikkies’ moest versturen. Ik kreeg nog euro’s en twee euro’s van vrienden die bij mij hun blinds in de vorm van lucifers hadden gekocht. Wie het kleine immers niet eert…..

De eerste rode fles uit de zak was mijn huis-wijn, die ik koop om een glaasje te genieten na het eten of om tijdens het schrijven aan te wenden als een soort diesel. Al dan niet in goed gezelschap. Ik probeer het reflecteren op het dagelijkse snel de ‘glasbakrevue’ te laten passeren, maar daar slaag ik niet in omdat er nogal wat flesjes van waren. Geen idee waarom dat ook één voor één moet bij een glasbak. Dan moet het toch wel een therapeutisch gebruiksvoorwerp zijn? Oké de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik één van de flesjes had aangebroken tijdens de zaterdag lunch om de ‘Man met de Hamer’ te laten weten dat hij nog niet welkom was. Ik voelde me na drie wijntjes dan ook weer helemaal mezelf. De glasbak kloenkte lekker door. Poef en nog een flesje. Paf, daar ging er weer een. “Ja, ja! Oud gedrag! Fuck you, glasbak!” Een ouder vrouwtje passeerde met haar hondje en keek me aan. Ik keek terug. “Ja, therapie!?” Het vrouwtje liep door. Opgelucht keerde ik huiswaarts. Tot over drie maanden zielenknijper!