Lieve Maxima!

Allereerst wil ik van de gelegenheid gebruik maken u van harte te feliciteren met uw verjaardag. Veertig is het nieuwe dertig! Daar bent u de personificatie van, want uw schoonheid laat zich meten met die van de Griekse Aphrodite, de Noorse Godin Iduna en zelfs met Hennie Stoel in haar jongere jaren! Om met de woorden van de bekende uit Kazachstan afkomstige journalist Borat te spreken: “I like! Wauw- wah- wieh- wah!” En dan kwam mij deze week ook nog eens het heuglijke nieuws ter ore dat u binnen niet al te lange tijd Koningin van Nederland zal worden. Wie had dat gedacht? Voordat u in ons fijne landje kwam wonen, ging iedere Nederlander er namelijk toch een beetje vanuit dat Beatrix de laatste Nederlandse monarch zou zijn. Uw echtgenoot, die toen nog door het leven ging als Prins Pils, was nu niet bepaald geschikt Troonmateriaal. Begrijpt u me niet verkeerd, we zagen hem als een guitig en gezellig kereltje, maar we typeerde hem ook, zoals u het zelf eens zo treffend omschreef, als ‘een beetje dom.’

Ik heb erg genoten van de documentaire die deze week van u werd uitgezonden. Dat de RVD als eindredactie optrad, nam ik voor lief, want u straalde als nooit tevoren. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik niet snel verliefd ben en ik val doorgaans niet op blonde moeders, maar…… Pardon, ik liet mij even meeslepen door mijn hormonen, hoe ongepast? Het komt er in ieder geval op neer dat Alex God op zijn blote knietjes mag danken dat hij u aan de haak heeft geslagen. Al zou het me niets verbazen als u degene bent geweest die een temperamentvol hengeltje heeft uitgeworpen. In dat opzicht lijkt Alex totaal niet op zijn ondeugende opa, die zogezegd niet alleen bij Argentijnse spareribs zijn vingers aflikte.

Toch is dit alles niet de reden van mijn schrijven. In de documentaire kwam namelijk naar voren dat het avondeten niet goed verzorgd wordt in uw paleis en dat het zelfs zo abominabel gesteld  is met uw culinaire verzorging dat u noodgedwongen enkele dagen per week een magnetronmaaltijd nuttigt.  Dit beeld ervoer ik als zeer schokkend. Onze toekomstige Koningin die na een dag van noeste arbeid een kleffe chemische boerenkool van de Appie de magnetron in knalt. Een toekomstig Koningin verdient beter dan een magnetronmaaltijd. Ik snap dat u niet iedere dag haute cuisine hoeft te eten, maar eten dat tijdens een echtelijke ruzie aan het plafond en de muren blijft plakken, lijkt me het andere uiterste.

Graag zou ik u dan ook mijn culinaire diensten aanbieden! Ik ben uw ideale kok, want mijn maaltijden zijn typisch Nederlands, voedzaam en heerlijk. Kortom: een culinair orgasme! Met een beetje van mijzelf en een beetje van Maggi, Knorr, Albert Heijn Huismerk of Conimex. Mijn kneiterpasta met smack is in Tilburg wereldberoemd. Uiteraard schroom ik niet om deze overheerlijke pasta te serveren met een potje augurken van Hak! Om over mijn maaltijdsalade’s, stampotmaandagen, ‘Enchilades boom! boom!’ of Oosterse gerechten maar te zwijgen. Bovendien ben ik een begiftigd pannenkoekenbakker, hetgeen de prinsesjes zeker als fanfaremuziek in de oren zou moeten klinken. Wanneer Alex vanuit terecht jaloerse motieven liever niet heeft dat ik in uw nabijheid de maaltijd bereid, kan ik natuurlijk ook recepten met u uitwisselen. Binnen een half uur kunt u dan zelf een van mijn overheerlijke maaltijden op tafel hebben staan.

Liefs,

Binsmeister

Straatterrorist in schaapskleding

Je kunt tegenwoordig niet rustig meer door een winkelstraat lopen zonder dat je lastig gevallen wordt door vervelende figuren met een van sponsoring voorzien windjack, die je iets willen verkopen. Het werkwoord aansmeren en het bijvoeglijk naamwoord louche zijn ook zeker op deze figuren van toepassing. Doorgaans loop ik stoïcijns aan hun zielige voorkomen voorbij, maar voor een mooie dame maak ik uiteraard graag een uitzondering. Op de vraag of ze me iets mocht vragen antwoordde ik tegennatuurlijk: “maar natuurlijk.” “Sport je?” vroeg ze lief. Terwijl ik zo sportief mogelijk mijn laatste sigarettenhijs de Heuvelstraat in blies, glimlachte ik tevreden. “Zie ik er zo uit, dan?” Op deze retorische vraag volgde beleefd als zij was geen direct antwoord. “Ik kan je namelijk een gratis sportkaart voor een maand aanbieden.” Dat leek mij geen goed idee. Ik ben namelijk vier jaar lid geweest van de Arendse Healthclub, dat zo dichtbij mijn woning is ,dat  ik het bejaardenzweet kan ruiken als er een spinninglesje gaande is. Toch was mijn lidmaatschap geen succes. Het was een directe vorm van sponsoring.

Deze mooie vrouw liet zich echter niet zomaar afpoeieren. “Weet je wel dat je je lichaam als tempel moet beschouwen?” Ik vertelde de straatterrorist in schaapskledij dat ik mijn lichaam ook zeker als tempel beschouw, maar dat het ieder weekend happy hour is in  mijn  ‘Temple of Doom’ en dat mijn monniken doordeweeks leven op koffie, sigaretten en tosti’s. Ik voegde eraan toe dat mijn monniken macrobiotisch voedsel verfoeien en dat zij het ascetische hoger in het vrome vaandel hebben staan dan lichamelijke activiteit. “Dus je bent gewoon lui!” zei ze nog voordat ik een voldane glimlach op mijn bolle gezicht kon toveren.  Ik was met stomheid geslagen door haar spitsvondige repliek. Ze ging verder met haar verkooppraatje, maar ik luisterde al lang niet meer naar wat ze zei. Ik verloor mijzelf in haar mooie blauwe ogen.

“Dus wat dacht je ervan?” Ik had totaal niet geluisterd. En dat terwijl ik doorgaans niet eens op blond val. “Oh…eeeh, ja….” Ik kon niet meer uit mijn woorden komen. “Als je nu zaterdagochtend komt dan ben ik er ook.” Ik leek godverdomme wel een klein kind. ‘NEE!,’ had ik moeten schreeuwen, maar mijn stembanden fabriceerde slechts laf gemompel. “Nou eeeh ja, ik weet….”ze liet me niet uitpraten en voordat ik het wist had ik een formulier ingevuld en een afspraak voor zaterdagochtend gemaakt. Zoals een echte straatterrorist in schaapskledij betaamt gaf ze me een zoen om mijn wang. “Tot zaterdagochtend dan hè, gezellig!” Verbouwereerd vervolgde ik mijn wandeling door de Heuvelstraat. Bij thuiskomst heb ik met het schaamrood op de kaken mijn ‘Asics’ van een dikke laag stof ontdaan. Zoals Herman Kuiphof zei bij het winnende Duitse doelpunt tijdens de WK-finale van 1974: ‘zijn we er toch weer ingetuind.’