Vretenstijd

Iedereen is er weleens geweest.  Een op Amerikaanse leest geschoeide eetgelegenheid. Ik twijfelde even het woord restaurant te gebruiken, maar dat lijkt me nu onlangs de Michelin sterren zijn toegekend niet echt gepast. Ik heb het over een ordinaire vreetschuur waar je voor een vast bedrag in twee uur zoveel mogelijk voer naar binnen mag proppen. Ik mijd die plaatsen liever, maar iedereen met een enigszins sociaal leven ontkomt er soms niet aan. Zo moest ik mij afgelopen vrijdag ook schikken naar de organisator van ons teamuitje. Om half zes stond ik bij een vreetschuur binnen die ‘Etenstijd’ heet. Een jongedame die haar barbiepoppen zo te zien net had verruild voor een make-up-setje van de HEMA heette ons van harte welkom. Ze begeleidde ons naar een tafel alwaar ze een standaardtekstje opdreunde dat het startsein betekende voor een schranspartij.

De ‘Vretenstijd’ is verdeeld in diverse ruimtes. In tegenstelling tot een gezin dat zich zo te zien had ingeschreven onder de naam ‘Tokkie’ en als culinair experiment begon bij de afdeling toetjes, leek het mij handig om in de rij te gaan staan bij de voorgerechten. Ik heb een hekel aan in de rij staan voor eten. Zeker wanneer je met mensen in een rij staat die zich hebben gekleed alsof ze naar een concert van Frans Bauer gaan. “Heej Sandy, hedde gij die kikkerbillekes al gepruufd? Da smoakt hillemoal nie naar kikker, da’s gewoon kip!” Ik bespaarde mij het blauwe oog door niet te vragen hoe kikker dan precies smaakt. Sandy, die ongetwijfeld denkt dat al het vlees zijn oorsprong vindt in de vrieskist van de Aldi vond het zielig voor de kikker en trok een nog viezer gezicht dan de geplamuurde kutkop die even daarvoor de rij sierde. Over de hoepels in haar oren, die zouden kunnen dienen als ‘walvissen-cock-ring,’ maar te zwijgen!

In een soort slomo-polonaise ging ik met een voorgerecht terug naar mijn tafel waar inmiddels twee puistenkoppen gestationeerd waren die de nobele taak hadden de al dan niet lege borden af te ruimen. Na het legen van mijn bord legde ik mijn bestek neer. Normaal zou dat het sein zijn dat je klaar bent met eten, maar de meer geoefende ‘vreetschuurbezoeker’ pakt zijn bord, staat op en geeft deze in een vloeiende beweging aan een van de puistenkoppen om geen onnodige tijd te verliezen. Er is immers voor twee uur betaald en zoals een goed Nederlander betaamt, moet dat eruit gehaald worden. Vreten tot je niet meer kan! Ik had te doen met het puberale personeel dat uitgebuit wordt conform de horeca cao. Zelfs een aspergestekende Pool vindt dat een te schraal loontje om zijn stinkende stapelbedje uit te komen. En dan stonden ze ook nog in een pakje dat veel weg heeft van de personeelskleding van de Efteling. Of zou dit een practical joke van de eigenaar van ‘Vretenstijd zijn om zo op slinkse wijze te laten blijken dat het personeel klaar staat voor alle onverzadigbare ‘Holle Bolle Gijzen?’

Na anderhalf uur voel je dat je wordt weggekeken, omdat de tafel waaraan je zit gereserveerd is door een andere groep culinaire genieters. Het was een hel om twee uur in de ‘Vretenstijd’ te vertoeven. Gelukkig heb ik het overleefd en is het niet afgelopen zoals mijn vorige bezoek aan een vreetschuur. Dat was de Japanse  vreetschuur ‘Osaka,’ waar ook de drank was afgekocht. Toen werd er twee uur lang drankspelletjes gespeeld onder het eten, hetgeen uiteindelijk uitmondde in het iets te enthousiast uiting geven aan het Aziatische gebruik te boeren na het eten als blijk van waardering. Met heel veel bier in je maag kan dat mis gaan. Zo kon het gebeuren dat de karpers in de wensvijver eindelijk iets fatsoenlijks te eten kregen. Het argument dat ik een enorme dierenvriend ben, maakte op de eigenaar van de Osaka geen indruk. Het scheelde niet veel of ik was in een vechtscene van Quentin Tarintano’s Kill Binzy beland. Gelukkig heb ik met mijzelf afgesproken nooit meer te gaan eten in een vreetschuur!

Ik wil bolletje truffelpepernoten!

Omdat wij Germanen liever met bomen knuffelden dan dat we kerken bouwden, hadden in de Vroege Middeleeuwen  Willibrord en Bonifatius hun handen meer dan vol aan de verspreiding van het christendom in de Lage Landen.  Daar waar  Willibrord toch vooral een gewelddadige jihad voerde, verkoos Bonifatius meer aansluiting te zoeken bij de Germaanse denkwereld. Zo is het Engelse easter of het Duitste Ostern voor Pasen afgeleid van de heidense Godin Eostre. In plaats van vernietiging van heidense gebruiken, werden ze overgoten met een katholiek sausje. Deze truc van syncretisme werd vaak toegepast door de Sinterklaas van het Vaticaan. Zo kon het uiteindelijk ook gebeuren dat er een katholieke kindervriend uit Myra  met zijn staf de heidense God Odin van zijn paard mepte. De vreugdevuren werden vervangen door een open haard en de gemene dwergen door Zwarte Piet.

Iedereen in Nederland heeft als kind zijn schoen gezet. Dat de wortel die je in je schoen had gedaan voor het paard van Sinterklaas helemaal niet door Zwarte Piet werd meegenomen, maar nog diezelfde avond in moeders hutspot verdween, had je in je kinderlijke naïviteit niet eens door. In de maand november en de eerste dagen van december was ik, in tegenstelling tot de rest van het jaar, zelfs het braafste jongetje van de klas. Het meest fantastische Sinterklaasprogramma was ‘Dag Sinterklaas,’ op de Belgische televisie . Bart Peters logeerde vanaf de intocht tot en met pakjesavond in het grote kasteel van Sinterklaas en Zwarte Piet. Buiten scheen het altijd te sneeuwen. Onder het genot van een kopje chocolademelk en echte pepernoten keek ik iedere dag gefascineerd naar dit programma. Dat op pakjesavond Bart afscheid nam van de Sint en de bebaarde goedzak een zapronde later vanuit België ineens Sesamstraat binnenreed, was voor mij de gewoonste zaak van de wereld. Tommy vatte mijn gevoelens nog het beste samen. “Poe he!”

Ik moest het doen met echte pepernoten. Van die hele kleine keiharde units, die eigenlijk niet te vreten waren, maar in ieder geval nog enige troost boden voor de smerige taai-taai en overrijpe mandarijn die je van Zwarte Piet had gekregen. Echte pepernoten, daar moest je het mee doen. Zouden verwende kinderen van nu  bij het krijgen van gewone pepernoten beginnen te huilen? “Ik wil bolletje chocoladeyoghurt-pepernoten-light godverdomme!”

Diewertje Blok presenteerde toen trouwens ‘Ontbijt TV’ voor volwassenen. Ik heb medelijden met Diewertje, die nu zelfs in lager journalistiek aanzien staat dan de blije trutjes van het Jeugdjournaal. Al presenteert ze het Sinterklaas journaal heel leuk. Diewertje zorgt er voor dat heel geestelijk gehandicapt en jeugdig Nederland een maand lang van slag is, omdat er een machine stuk zou zijn in de pepernotenfabriek.  Het schijnt dat ouders van kinderen met ADHD er rond Sinterklaas het beste aan doen hun kroost te voorzien van een dubbele dosis Ritalin. Voor de overige ouders zit er niets anders op dan de chocolademelk van een drupje valium te voorzien. Met dank aan Diewertje Blok!

Hoewel ik niet meer in de Goedgeiligman geloof, is Sinterklaas ook van mij. Ik koester de katholieke kindervriend zoals iedere Nederlander dat doet of zou moeten doen. Iedere veramerikanisering van onze feestdagen dient dan ook in de kiem te worden gesmoord! Ik wil dus voor vijf december niets zien wat te maken heeft met die dikke dombo van de Noordpool. Ik drink voorlopig geen CocaCola (lees: baco)! Ik zal alle kerstbomen die ik tegenkom aftuigen! Het kinderke Jezus ontvreemd ik  uit alle kerststallen en de kerststukjes die ik voor die tijd zie, zet ik in de fik. Ik wil bolletje truffelpepernoten eten! Dus oprotten met die kersttroep voor vijf december!

Gordon Gekko Gertje

Wanneer je met enige weemoed over je eigen jeugd nadenkt, dan weet je dat je de lente van je leven achter je hebt gelaten. De zomertijd is aangebroken. Dat besef ik me maar al te goed. Ik zal dan ook voortaan niet meer om een plakje worst vragen als ik bij het slagersmeisje mijn boodschappen  afreken. De tijd van een plakje Bassieworst ligt reeds achter me. Ik kwam tot dit pijnlijke besef toen ik mijn postvak leegde. Het grote Intertoysboek had zijn weg weten te vinden naar mijn brievenbus. En dat terwijl ik een ‘nee-nee-nee-nee-sticker’ op mijn postgleuf heb geplakt! Vroeger ontdekte ik de hemel in de Intertoys. Mijn broertje en ik werden daar dan ook steevast gedumpt als mijn ouders rustig wilden winkelen. De kinderlijke blijheid van toen had plaatsgemaakt voor pure afgunst. Wat een schijtwinkel!

In de tijd dat ik nog in die oude man met een baard geloofde, omcirkelde ik alles in het Intertoysboek wat ik van de Goedheiligman wilde hebben. Nu gunde ik deze Sinterklaaspropaganda geen blik waardig. Linéa recta de prullenbak in met die reclametroep! Terwijl ik terug de trap op liep, besefte ik dat het Intertoysboek veel meer pagina’s besloeg dan toen het voor mijn generatie bestemd was. Dat komt natuurlijk door die schijt-Gertje, bedacht ik mij. Toen ik nog de leeftijd had om seksueel misbruikt te worden door een katholieke priester zat Gertje nog gewoon op een bank met een hond te praten. Hij kondigde filmpjes aan van Bassie en Adriaan, die op Kreta naar een kist vol zout aan het zoeken waren. Met zijn lelijke Ralph Lauren overhemd speelde Gertje de sociaal onhandige buurman.  De eeuwig naar zijn Marleineke verlangende sociale hork. Nu laat Gertje zich door niemand meer uitlachen. Nu is het Gertje die iedereen uitlacht.

Vroeger werden onze ouders een poot uitgedraaid door die vervelende clown en die acrobaat, maar dat ging om een videoband of een koffiemok. Misschien een kaartje van een paar gulden voor een optreden van het duo in een tot circustent omgebouwde gymzaal, maar dat was het dan wel. Veel verdiende het clownsduo er niet mee. Bassie moest zelfs creatief worden met het doen van zijn belastingaangifte, want anders zou hij  zijn caravan moeten verkopen. ‘Allemamaggies alles is voor Bassie,’ was dan ook zijn reactie toen de FIOD hun onderzoek aan de clown presenteerde. Je kon het de slagroomtaartjes etende clown niet kwalijk nemen. Het pipo-pensioen is immers maar karig.

Tegenwoordig hebben ouders te maken met het imperium van Gertje.  Als er aan kinderen geld te verdienen valt, dan is Gertje van de partij! En dan heeft hij Marleineke ook nog verruild voor de chicks van K3, de ouwe snoepert. En waar is Samson? Die heeft Gertje laten inslapen. Piet Piraat is tegenwoordig de kapitein van Gertje’s zilvervloot. Het zou me niet verbazen als Gertje dit jaar verkleed als wegwijs-Piet tijdens de Sinterklaasoptocht kortingsbonnen voor Plopsaland staat uit te delen. Hij geeft me geen goed gevoel die Gertje. Hij heeft wel wat weg van een notoire vrouwenhandelaar. Gertje heeft die Mega Mindy dan ook vast en zeker geselecteerd op haar zaadvragende ogen. Acteren kan ze in ieder geval niet. Hoe zou die auditie gegaan zijn? ‘Plopperdeplop! Een voltreffer in het oog! En aangenomen om ouders een poot uit te draaien!’ Arme Bassie. Die zit te snikken in zijn grote pakhuis vol merchandising. Niks alles is voor bassie. Alles is voor Gertje! Gordon Gertje is godverdomme de naam!