Enkele weken geleden stuurde ik een Whatsapp berichtje naar een vriendin. Het duurde lang voordat ik antwoord kreeg. Heel lang. Een dag ervoor hadden we nog ons gezamenlijk ongenoegen geuit omtrent de steeds grotere rol die de smartphone inneemt in ons dagelijks leven. Ik ging er terecht vanuit dat ze wijselijk haar Whatsapp had verwijderd. Ik zou haar goede voorbeeld graag volgen, maar ik ben daarvoor nog te verslaafd. Ondanks dat het mij meer en meer begint te storen. Alleen in een kroeg neemt het al treurige vormen aan. Mensen zitten in gezelschap liever op hun iPhone te loeren, dan dat ze zich concentreren op het voeren van een leuk gesprek of op het professioneel legen van hun fluitje.
Laatst nog kreeg ik de vraag of het gezellig was geweest de nacht ervoor. Een vraag die ik in zijn geheel niet kon plaatsen, want ik was juist rond een reformatorisch verantwoord tijdstip te bed gegaan. De vraagsteller in kwestie had namelijk gezien dat ik ’s nachts nog ingelogd was geweest op Whatsapp. Nu weet ik dat ik de gezellige schijn tegen heb en dat het derhalve best aannemelijk is dat ik rond dat tijdstip een seksueel gefrustreerde polonaise sta te dansen in het louche Amsterdamse etablissement Mazzeltov, maar dit was niet het geval. Ik ondernam een mislukte poging tot het letterpoepen van een X en had voor het geval ik in deze missie zou slagen mijn iPhone meegenomen om deze puike nachtelijke prestatie tussen het dromen door fotografisch vast te leggen en te delen via het wereldwijde web.
Iedereen staat het natuurlijk vrij om een ‘geletterpoepte’ X te sharen via Facebook, Twitter of Whatsapp, maar ik bemerk een collectieve verslaving, die ziekelijke vormen begint aan te nemen. Chatten is voor fucking tieners, maar twintigers en dertigers schijnen het ook weer te hebben omarmd. Moeders communiceren via Whatsapp met hun kinderen, bejaard Nederland heeft in een wanhopige poging het contact met hun kleinkinderen te onderhouden Hyves overspoeld en meer dan eens zie ik in Amsterdam een multitaskende bakfietsmilf door een tram overreden worden omdat zij al fietsend nog snel haar boodschappenlijstje probeerde aan te vullen via haar Appie app.
Natuurlijk besef ik mij terdege dat deze constatering gestoeld is op een gezonde dosis hypocrisie, want ik doe er zelf vrolijk aan mee. Ook ik maak mijzelf veelvuldig schuldig aan deze collectieve verslaving door het plaatsen van een foto van mijn culinaire creaties op Facebook, ik spui ongevraagd mijn hersenspinsels op de digitale snelweg, val mensen lastig met mijn stapfoto’s en post allerhande online onzin. Toch ben ik er klaar mee om tijdens ieder moment van verveling als een aandachtsjunkie mijn iPhone te checken op een conditionerend 1tje als bewijs van mijn sociale bestaan. Ik geloof niet in de cold turkey methode, maar ik zal alles in het werk stellen om aan het einde van deze week afscheid te hebben genomen van mijn Whatsapp. Uiteindelijk is het doel om gespot te worden met mijn oude Pocketline Swing. Meer echt contact met mensen, minder digitale onzin: dat is het devies! (Aldus postte ik op Facebook)