Wildrover

De combinatie vrijdagmiddag, een gezonde vliegangst en het vooruitzicht vervoerd te worden door Ryanair zorgde ervoor dat ik enigszins aangeschoten arriveerde op Eindhoven airport. Tot zover niets aan de hand. Wanneer je een stedentrip  maakt met deze Ierse biggentransporteur ben je tijdens de heenvlucht aangeschoten en tijdens de terugvlucht word je brakheid vertienvoudigd door de krijsende baby of sandwich salami verslindende sukkel naast je. Wat ik echter beter niet had kunnen doen was het drinken van een dubbele whisky na de securitycheck. Anders had ik het denk ik niet aan de stok gekregen met een Havopet van de marechaussee. Ik zou het ook niet tof vinden als ik door minister Hillen te werk gesteld zou worden op ‘tokkie-airport,’ maar iemand laten inchecken met de verkeerde papieren? Een slechte zaak! Daar mag best iets van gezegd geworden.

Het leek mij verstandig om verder geen foute move te maken, dus ik hield mij uiterst kalm toen we bij het vliegtuig stonden te wachten. De overige Havopetten hielden mij namelijk bijzonder scherp in de gaten en ik had niet bepaald zin in een rectaal onderzoek van deze goed getrainde politiesoldaten. Gelukkig kon ik veilig het vliegtuig betreden. Er kwam meteen een steward aangelopen. Geheel tegen mijn principes moest ik liegen tegen deze aardige Ryanair steward, die vriendelijk kwam vragen of ik gedronken had toen ik eindelijk in mijn stoel zat. “I don’t drink sir.” Een kleine tien minuten later, toen we in de lucht waren, kreeg de steward toch een eerlijk antwoord op zijn vraag. Ik kon het niet laten mijn vreugde te uiten door het dansen van de macarena in het gangpad.  “Dale tu ceurpo alegria Macarena, que tu cuerpo es pa’ darle alegria y cosa buana, dale a tu cuerpo alegria Macarena…..heeeej Macarena!” Moeilijk publiek. Niemand danste mee.

Zo’n vlucht gaat bijzonder snel met een paar borreltjes achter de kiezen. Voor je het weet sta je ineens met een pint in je hand Ierse dranknummers mee te zingen in een van de gezellige pubs van Dublin. De eerste avond vloog voorbij. Te meer omdat ik als eerste afhaakte richting het hotel. Mijn eerste ‘drunken night’ zat erop. Althans, bijna. Ik had mij lelijk vergist in het hotel. Ik stond bij de buren binnen. Die hadden ook een room 321, maar dat bleek een vergissing. Gelukkig had de nachtwaker hier alle begrip voor. Ook toen ik hem voor de vierde keer mededeelde dat hij mij niet in de maling moest nemen. Ik was heilig overtuigd van mijn gelijk, maar de aardige Ier in het hotel had alle geduld met mij. “You’re drunk, my friend!” bleef hij  lachend zeggen met zijn fantastische Ierse accent.  Uiteindelijk kon ik in het juiste bed als een tevreden prinsesje beginnen met het doorzagen van bomen in dromenland.

De tweede dag zou in het teken staan van sightseeing, maar uiteraard niet voordat we een koffie zouden drinken in een Ierse pub. Toch gek. Geen sightseeing. Vijftig pints later stonden we weer bij ons hotel.  Daar bleek het bal in de daarnaast gelegen pub. Jacques en ik konden het niet laten om op de livemuziek een gepast dansje te wagen. Twee vrouwen, die dit puike schouwspel gade sloegen, kwamen ook de pub binnen. In mijn beste Engels startte ik een lullepot. Toen een van de dames, die bijzonder veel leek op Ellen ten Damme, vroeg waar we vandaan kwamen, konden we onze conversatie weer fijn voortzetten in het Nederlands. Ja hoor! Het zal ook weer een keer niet: overal ter wereld loop je Nederlanders tegen het lijf. Dublin blijkt daarin geenszins een uitzondering.

Twee kapsters uit Breedje Da! Het beloofde een carnavaleske avond te worden. Zeker toen de flesjes wodka werden aangerukt. Het is moeilijk om je beter te misdragen dan een groep Ierse dames die een vrijgezellenfeestje aan het vieren zijn. Tering hangtiet! Ordinair begaaiuh! Dat de borreltjes rijkelijk vloeiden werd bewezen toen de Benjamin van ons gezelschap wilde gaan slapen. Hij kreeg €20 voor de taxi in zijn handen geduwd, terwijl we het leven aan het vieren waren in de club naast ons hotel. Onze vriendinnen uit Breda zouden de volgende dag een fietstochtje maken, waarvan ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk kan stellen dat ze niet zijn gaan fietsen. Ook denk ik niet dat de eenenveertig jarige blonde kapster haar man en drie kinderen gedetailleerd verslag zal doen van hun eerste avond. What happens in Dublin, stays in Dublin!