Een pafje doen….

Even voor tienen in de avond stapte ik na een goed diner en lekker wijntje mijn hotelkamer binnen. Tijd voor een aflevering ‘Vis a Vis’ op Netflix. Je bent in Spanje, dus dan pas je natuurlijk ook je kijkgedrag op Netflix aan naar een Spaanse serie. Zo ben ik. Ruimdenkend mens. Tot mijn grote verbazing waren er twee schoonmaaksters in mijn kamer. Top! Kamertje wordt dus twee keer per dag ‘spic en span’ gemaakt. Wat mooi zeg. Maar wat deden deze, ook nog eens bloedmooie, vrouwen met mijn badeendjes?  Eén van hen had Kwiki Musampa in haar handen. Ze giechelden. Waren ze nu mijn eendjes aan het belachelijk maken? Is dat zo raar, dat iemand 13 badeendjes meeneemt op reis?

Er viel een stilte toen ze zagen dat ik binnen kwam. Ze keken me aan alsof ik uit een TBS kliniek was ontsnapt. “Blijf quasi nonchalant Patrick, blijf nonchalant,” sprak ik mezelf moedig in. Zonder te laten zien dat ik bloosde pakte ik stoer een biertje uit de minibar en ging met het schaamrood op mijn kaken op het balkon zitten. Gelukkig had ik toevalligerwijs een pakje Lucky Strike click in mijn koffer gevonden. Zul je net zien. Omdat quasi nonchalance het devies was voor de aan te nemen houding stak ik nog stoerder een sigaretje op. “Even een pafje doen,” om met de woorden van een vriendin te spreken, die ook is gestopt met roken. Nadat de nog immer giechelende schoonmaaksters mijn kamer hadden verlaten, kon ik voldaan van mijn after-dinner-dip genieten.

Althans het was niet enkel een after-dinner-dip die mij naar bed deed verlangen. Eén van de tafeldames tijdens het dinertje had mij lelijk door. Vervelend assertief als zij is, merkte ze al snel terecht op: “Je bent gewoon brak, ik zie het.” Ontkennen had geen enkele zin, maar ik wilde haar ook niet meteen gelijk geven. Ze loopt namelijk nogal graag naast haar hakjes en ik moest haar niet de ruimte geven om verbaal misbruik van deze situatie te maken . Ik sneed snel een stukje van mijn heerlijke filet af en gaf het aan het hondje van haar moeder, die gezellig aan het hoofd van de tafel zat. Over decadent gesproken, maar dit terzijde. Het had gewerkt. Het leidde de aandacht af van mijn brakheid.

Ik had nog wel zo mijn best gedaan om een keer niet brak op Schiphol de kastelein van de Heineken bar te begroeten. Ik was goed op weg geweest. Ik lag al om negen uur ’s avonds met een boek op bed. Vrijdagavond. Ik was trots dat ik twee Whatsappjes van vrienden die een biertje wilde drinken had weten te pareren en niet op hun uitnodiging was ingegaan. Ik lag op bed en bevond mij niet in een etablissement met tapvergunning. Op achteraf lafhartige wijze had ik een van hen iets poëtisch gestuurd in de trant van “nee, morgen vroeg vliegen,” terwijl ik de ander op idem dito  eloquent doch huichelachtige wijze te kennen had gegeven: “nee, ik doe rustig aan vanavond.”

Want wat doe je vervolgens als een mooie vrouw, die je ook nog eens heel leuk vindt, vraagt om een wijntje met haar te gaan drinken? Ja! Dan zit er natuurlijk maar één ding op.  Dan rol je met haar om half vijf uit de Pianobar. Dat is geenszins rocket science . Het jury rapport aangaande de missie fris en fruitig de kastelein op Schiphol begroeten luidde resoluut: zéro point!  Het was het de kater echter meer dan waard geweest.  Bovendien deed het vooruitzicht op snel betere klimatologische omstandigheden dan de schijtregen waar ik me de afgelopen week in had moeten entertainen, bijzonder goed.  Zo was het maar net bedacht ik me op mijn balkonnetje uitkijkend op de Middelandse zee. Voldaan en met een glimlach op mijn gezicht deed ik voor het heilzaam slapengaan nog snel stiekem een pafje en groette mijn badeendjes welterusten.