HEMA kattenkwaad meets testosteron

“De Kruijk! Haal die lompe hersens van die poster af en ga normaal zitten. En stop met dat domme gegrinnik, je klinkt als een geit die over zijn eigen sik staat te zeiken!” Waarom ik de fijne momenten die hebben bijgedragen aan de zenuwinzinking van mijn Engels leraar in mijn dromen moet herbeleven is mij een raadsel, maar het is altijd beter dan achterna gezeten worden door een kudde opgefokte bavianen met lightsabers, zoals ik laatst droomde. De middelbare school was zo gek nog niet. Rond een jaar of zestien verkeren jongens in een overgangsfase van peuter naar adolescent. In tegenstelling tot vrouwen, die al snel volwassen worden, gaat de ontwikkeling van de man niet verder dan adolescentie.  Kattenkwaad meets testosteron. Het komt de meligheid zeer ten goede als de hormonen door je lijf gieren en je naar een Aardrijkskundeleraar moet luisteren met de naam Eep van Diggelen die een bijna erotisch verhaal afsteekt over de werking van een vulkaan. Het woord eruptie kon steevast op mannelijk gegrinnik rekenen.

De middelbare schoolperiode was  te meer een mooie tijd, omdat je bijna geen last hebt van een kater. Ik schepte op vrijdagavond en zaterdag tompoucen bij de HEMA. Als ik nu een kater heb, kan ik een hele dag niets anders dan bankhangen en als ik geluk heb kan ik een sigaret roken zonder kokhalzend een gevecht met mijn maag te hoeven voeren boven de toiletpot. Toen niet! Kauwgompje erin, tien minuutjes afkoelen in de gebakskoelcel en gaan met die tompoucen! Eén keer dacht ik dat het wel een goed idee was om tijdens een vrijdagmiddagborrel mee te paffen van een puberale joint. Dan is het niet zo slim om een uur later op een foodafdeling te staan. Dan sta je toch iets te relaxt een onsje rosbief te snijden voor mevrouw de Bruin: plakje rosbief voor Patrick, plakje voor mevrouw de Bruin. Ik verkeerde in de ‘vreetkickwalhalla.’ Chocoladekoekje hier, stukje slagroomstam daar. Winegummetje hier, likje slagroom daar en een fijn plakje leverwost toe. Kattenkwaad meets testosteron. Verantwoordelijkheidsgevoel is de mannelijke puber vreemd.

Al was die bewuste vrijdagmiddag een sporadische uitspatting en heb ik het keurig vijf jaar volgehouden bij de HEMA. Het eerste jaar dat ik in Tilburg woonde ging ik de weekenden nog met een tas was op en neer om tompoucen te scheppen. Ik was in mijn hoogtij ‘tompoucenschepdagen’ de snelste tompoucenschepper van de wereld. Ergens halverwege mijn laatste HEMA-jaar liep het toch behoorlijk fout. De koelcel bood geen soelaas meer voor mijn kater en ik besloot boven in het magazijn een schoonheidsslaapje te gaan doen. Ik wist dat daar een grote hondenmand stond van de hond van mijn baas. Als een klein prinsesje lag ik daar lekker in te snurken. Mijn fijne slaapje werd lelijk verstoord door mijn baas, die mijn naam scandeerde door het magazijn. In mijn slaapdronkenheid mompelde ik dat ik gebaksdozen aan het opruimen was. Het was echter pikkedonker in het magazijn en mijn baas trof me dan ook bijzonder snel aan in de hondenmand. Het betekende het einde van mijn mooie carrière als tompoucenschepper. Gelukkig heb ik mijn dromen nog.

So you think you can shoot?

Na de terroristische aanslagen op de Twin Towers verklaarden de VS de wereld de ‘War on terror.’ Ter vergelding werd Afghanistan gebombardeerd en bezet. Het was nog niet heel lang geleden dat niemand minder dan Rambo himself Afghaanse rebellen had getraind om tegen de toenmalige ‘As van het Kwaad’, de Russen, te vechten. De Russen vonden in de jaren ’80 in Afghanistan hun eigen Vietnam. Met de beschamende staart tussen de benen keerden de Russen onverrichter zake huiswaarts. Diezelfde door Sylvester Stallone opgeleide rebellen, de moedjahedien,  vormen nu de ruggengraat van de  Taliban. Ongeletterde fundamentalisten met kalisnikov’s en een diepgewortelde  aversie jegens het scheermes, die eigen baas willen zijn in hun met papavervelden bestrooide woestijn. Er zou ook nog een gemene man met een baard in een van de luxere grotten van Torraborra vertoeven, maar tot op heden is hij niet gevonden. In de teringbende die Afghanistan heet woedt nu al bijna tien jaar een uitzichtloze oorlog. Ook ons kleine kikkerlandje heeft daar een bescheiden bijdrage aan geleverd. Of dat zinnig is geweest, is maar zeer de vraag.  Het ziet er namelijk naar uit dat het negatieve reisadvies voor Uruzgan nog wel even van kracht blijft.

Dachten we eindelijk verlost te zijn van directe inmenging aan deze onzinnigheid, zijn we toch weer in de Amerikaanse fuik gelopen! Nederland stuurt politietrainers en een bescheiden aantal  militairen om in 16 weken ongeletterd woestijnvolk op te leiden tot politieagent onder het mom van ‘so you think you can shoot?’ Het is hetzelfde als een aap een pot vingerverf geven en hetgeen hij op het doek smijt kunst noemen. In een land waar het woord rechtstaat niet op het scrabblebord voorkomt, gaan wij mensen opleiden tot de  sterke arm der wet. Waarom in godsnaam? Met papaver bepakte geiten en ezels kunnen volgens mij geen snelheidsovertredingen begaan. Huiselijk geweld is bij wet geregeld en zolang het land leeft van heroïneproductie lijkt me het ook niet waarschijnlijk dat de politie zich met de bestrijding daarvan bezig gaat houden. De politie in een land waar oorlog heerst kan niet enkel civiel optreden. Dat zou zelfs zelfmoord betekenen voor de politieagent. Een talibanstrijder ga je nu eenmaal niet te lijf met pepperspray en het beboeten van een zelfmoordterrorist lijkt me vrij  zinloos.

‘Wij gaan naar Kunduz toe, wij gaan naar Kunduz toe, wij gaan naar Kunduz toe,” zal het dan ook niet klinken in het Nederlandse vliegtuig naar Afghanistan. Toch vreemd dat politici onderzoeken, zoals die van Henk Sollie van de Universiteit Twemte, zo makkelijk naast zich neerleggen. Polititraining in crisisgebieden leveren namelijk verdomd weinig op. Ook verdieping in het verleden lijkt voor politici te moeilijk. Democratie leg je een natie namelijk niet middels een oorlog op. Bovendien moet je dat in landen als Afghanistan of Irak ook niet willen, omdat dan binnen de korste keren de fundamentalisten de macht grijpen. Dit werd door de Engelsen al in het begin van de 20ste eeuw bedacht voor landen als Irak en Afghanistan. Denkt de regering nu echt dat we in zestien weken Afghaanse veldwachters kunnen opleiden die een positieve bijdrage leveren aan de stabiliteit van het land? Ik denk dat het openen van een karaokebar aan de boulevard van Kabul lusiterend naar de naam ‘So you think you can drink,’ een meer winstgevende operatie is. Dit is van grapefruit proberen sinasappelsap te maken! Dat is bij voorbaat gedoemd te mislukken.

Don’t fuck with het “noot lot”

Impulsiviteit kent geen tijd (3)

Rond half elf kwam Jacques onze hotelkamer opgelopen. “We zouden toch gaan skiën?” IK keek hem half dronken en lachend aan. Rudi en ik hadden vier uur eerder als twee uitgehongerde asielzoekers zitten schransen aan het hotelontbijtbuffet alsof onze verblijfsvergunning ervan afhing. Het zag er niet naar uit dat wij vandaag Düsseldorf zouden verlaten om een kleine drie uur richting Winterbergen te rijden. Bovendien lenen mijn X-beentjes zich niet voor skiën of snowboarden. Jacques kwam dan ook totaal niet over op mij. Ook niet op Ruud trouwens, die vrolijk doorronkte tijdens het weinig indrukwekkende pleidooi van de ‘Bottenman.’  Jacques, die erg had uitgekeken naar een weekendje skiën, verliet teleurgesteld onze hotelkamer. Hij kon me overtuigen met een emmer frisdrank, zo gaf ik hem nog na. Een kleine drie uur later besloot ik dat ik mijn roes genoeg slaaprust had gegeven.

Toen Ruud en ik gingen uitchecken werden we door de baliedame herkend. De ‘Frühstück-boys’ zoals ze lachend zei. Ik realiseerde me dat wij ons vast en zeker niet keurig hadden gedragen tijdens het ontbijt. Ik herinnerde mij ineens weer dat ik een christelijk lied had gezongen voor het aanwezige personeel om ‘Onze Vader’ te bedanken voor dit fantastische ontbijtje. Ik koos het hazenpad en ging buiten de hotellobby met het schaamrood op de kaken een sigaretje roken. Er was geen spoor van Jacques en zijn kornuit. Ruud en ik dachten zelfs dat Jacques door de skideceptie zelf de trein had gepakt om in Winterbergen te geraken. Ik had mijn instincten beter moeten gebruiken, want het fijne samenzijn met mijn sigaret werd verstoord door een enorm gebral en dom gelach. Het kwam uit de hotelbar. Het waren Jacques en Frank. Het leek de jongens wel een goed idee om hun teleurstelling te verwerken door het drinken van bier. Er is uiteraard niets mooier dan ’s middags bier drinken, maar gênant is het wel.

Jacques was duidelijk verliefd geworden op Nina. Zijn gebrekkige kennis der Duitse taal maakte de situatie er niet beter op. “Nina! Wollen sie met mij de Sauna in gehen?” Om enigszins met Jacques te kunnen communiceren bestelde ik een ‘Jack on the rocks.’ Ik had immers al ontbeten! Toen Jacques realiseerde dat het sauna-avontuur zich enkel in zijn fantasie zou afspelen, besloot hij een stapje terug te doen. “Haben sie Facebook? Wollen sie mijn facebookfreund worden, Nina!” De keurige hotelbar veranderde langzaam maar zeker in een klein Brabants café, hetgeen  Nina’s manager niet op gezelligheidswaarde wist te schatten. Deze jaloerse man stuurde Nina weg en nam zelf plaats achter de bar. Nu werd het tijd om ons te oriënteren op het verdere verloop van het weekend. Ruud, Jacques en ik wilde nog een dagje in Duitsland blijven, Frank wilde naar Den Bosch, want hij moest echt naar de verjaardag van zijn beste vriend, zo liet hij ons geëmotioneerd weten.

Om aan deze patstelling een einde te maken, besloot ik ons lot in de handen te leggen van de Voorzienigheid. Ik pakte een pinda en stopte deze in een van mijn handen. Frank mocht kiezen. Als de noot in de hand van zijn keuze zat dan zouden we naar Keulen gaan en anders zouden we onze festiviteiten voortzetten in Den Bosch. Frank koos voor ‘rechts.’ Helaas voor Frank zei hij er niet bij hij welke rechts hij bedoelde. De noot zat in de voor mij rechterhand. We bleven in Duitsland. Punckt! Frank, die al behoorlijk aangeschoten was, werd emotioneel. Hij kon de verjaardag van zijn vriend echt niet missen. “Je moet het ‘nootlot’ niet tarten vriend,” zo was mijn advies. “Fuck jouw ‘nootlot’  Bins, ik moet bij die verjaardag zijn!” Frank verliet ons in Keulen op de Piusstrasse. Het was inmiddels half acht ’s avonds. Als onze vriend met zijn dronken hoofd niet in de trein in slaap was gevallen, dan had hij vast op tijd de kaarsjes uit kunnen blazen. Nu werd hij zonder portemonnee wakker in het gezellige Stutgard. Al liftend met een Nederlandse vrachtwagenchauffeur kwam hij zondagochtend half 6 aan in Den Bosch. Dom hoor! Ik had hem nog zo gewaarschuwd. Don’t fuck with het nootlot!

The Red Mile

Impulsiviteit kent geen tijd  (2)

Aangezien de rest van ons gezelschap niet net als de Daniël in ons midden in de fuik van een lelijke Duitse vrouw wilde lopen, besloten we de Brabantse gezelligheid in een andere tent te gaan botvieren. De volgende halte van de alcoholexpres was de Nachtresidenz. Ik had al gezegd dat de overnachting in het Merriot-hotel niet veel goeds zou voorspellen voor het verdere verloop van de avond, maar een persoonlijke inmenging van Mephistopheles had ik niet verwacht. Het bleek ‘Asian night’ te zijn in de Nachtresidenz. Gelukkig bestelden wij een flesje wodka, zodat we niet tussen het spleetogengepeupel hoefden te staan. Dat zeg ik overigens niet uit racistische of denigrerende motieven, het is pure zelfbescherming. ‘What happened in Kuala Lumpur stays in Kuala Lumpur,’ dus veel kan ik er niet over zeggen behalve dat ik geen zin had om verliefd te worden op een Aziatische schone, hetgeen mijns inziens geen contradictio in terminis hoeft te zijn. Zeker niet als je de zaken bekijkt door een beschonken brilletje.

Omdat mijn aandacht niet uitging naar de op de dansvloer aanwezige dames raakte ik in gesprek met Vladimir. Altijd mooi om over wereldpolitiek te praten met een Rus. Tijdens het vullen van een glas wodka voor mijn nieuwe Moskovitische vriend citeerde ik de Russische schrijver Dostojevski. Dat een boek van Dostojevski in het leesrek van mijn toilet ligt onder het mom van ‘al schijtend leert men’ vertelde ik er uiteraard niet bij. Het was het begin van een boeiend en een bij vlagen filosofisch gesprek. Uiteraard werd tijdens het gesprek in een Russisch tempo wodka weggeharkt. Door dit tempo kreeg ik wel een ietwat benevelde blik op de wereldgeschiedenis. Dat Peter de Grote zijn jonge jaren heeft doorgebracht in Amsterdam en dat hij daar de nodige nautische kennis opdeed, is een historisch feit. De conclusie dat de Nederlanders daardoor in feite het Russische rijk hadden gesticht is dronkenmanspraat van de eerste orde. Vladimir deed hier zelf overigens ook fijn aan mee door Poetins dictatorschap te bagatelliseren door te stellen dat Russen nu eenmaal altijd ‘a strong leader’ nodig zullen hebben. “Nastrovja!”

Waarom ik voorin mocht zitten in de taxi terug naar het hotel is mij nog steeds een raadsel. Het was inmiddels half vijf en als je dan met vier mannen in een taxi zit en je zegt dat je naar een tent wil waar je nog bier kunt drinken, dan laat het soort etablissement zich niet moeilijk raden. Helaas vonden mijn hersencellen het niet nodig die belevenissen op te slaan. Getuigende het kaartje dat ik de volgende ochtend vond in de binnenzak van mijn jasje waren we afgezet op ‘The Red Mile’ en hadden we de tent ‘Rethel 77’ met een bezoek vereerd. Ik draaide het kaartje om. “Sie sind herzlich wilkommen in Deutschlands exklusivstem Erotik Nachtclub. Wir machen Party die ganze Nacht lang von 20 Urh bis 07:00. Charmante und exotische Mädchen und Damen sind bereit, jedes Abenteuer mitzumachen, welches ihnen Freude bereitet. Wir sind bestens ausgerüstet mit Bar, Disko, Karaoke, fantastischen Zimmern, Sauna und anderem Speziellem. Limousinen-und Escort-service verfügbar.” Kutzooi! Dit is echt de laatste keer in mijn leven dat ik in een Merriot-hotel slaap!

Impulsiviteit kent geen tijd

Ik werd met een dodende blik aangekeken door de schoonmaakster toen ik een net door haar gepoetst toilet verliet. Ze had gelijk. Als ik in haar poetsschoenen zou staan, dan zou ik er ook een behoorlijk broertje dood aan hebben om een net onder gekakt toilet nogmaals te voorzien van een fris cachet. Te meer omdat de bedrijfskeuken-hutspot, die ik even daarvoor gulzig naar binnen had zitten werken niet gespeend was van roomboter, hetgeen stoelgangtechnisch ‘puik spulleke’ is, om maar eens een Brabantse uitdrukking te gebruiken. Tijd om stil te staan bij dit sadistisch genoegen had ik niet, want ik werd gebeld. Ik had mij voorgenomen om een weekend thuis op de bank door te brengen in pyjamapak. Uitslapen, vers fruit, verse groenten, slechte films en wandelingentjes van mijn bank naar mijn goed gevulde koelkast en terug, dat zouden de ingrediënten van mijn weekendsmoothie zijn.  Zeker na het uit de hand gelopen feest van het vorige Oud&Nieuw weekend waren mijn lichaam en ziel toe aan een retraite.

Had ik mijn telefoon maar nooit opgenomen. “Bins?” Het gesprek was van het type dat alleen mannen kunnen voeren: zonder het uitwisselen van hypocriete beleefdheden to the point komen. “Ga je mee zuipen in Duitsland?”Een negatieve respons was hier op zijn plaats geweest.. “Ja, ” antwoordde ik , terwijl mijn voorgenomen weekendplannen door mijn drankzuchtige alter ego het paleis van mijn geest werden uitgebonjourd. Een krappe drie uur later stonden we aan een hotelbalie in Düsselfdorf. De hotelketen beloofde niet veel goeds voor het verdere verloop van de avond. De laatste keer dat ik in een Merriot-hotel overnachtte was in Kuala Lumpur. De eerste ochtend in dat hotel werd ik met een boxershort op mijn hoofd wakker op een strandstoel aan het zwembad. Dat weekend heeft mij doen besluiten mijn credit card doormidden te knippen en nooit of te nimmer meer voet te zetten op Maleisische bodem. De schrijver van het bijbelboek Genesis moet ongetwijfeld zijn inspiratie voor de steden Sodom en Gomorra hebben opgedaan in Kuala Lumpur, de stad van de samenloop der verdorven rivieren. Zoals ieder sprookje begint met ‘er was eens,’ zo begint iedere stedentrip met een biertje in het hotel. Een moment van bezinning.

Een goede grap zit hem soms in de herhaling. Zo kon ik het niet laten om aan een Duitse taxichauffeur te vragen: “weisen sie was Tekno ist?” Deze eerstegeneratieallochtoon vormde geen uitzondering op alle andere Duitse taxichauffeurs, die ik met deze vraag heb vermoeid. Ik werd wederom schaapachtig aangekeken. Halal was zijn blik in ieder geval wel, dat moet ik hem nageven.  “Die Musik die immer die boom boom macht.” Er kon geen lachje van zijn snor af. Ik probeerde er nog wat van te maken door te vragen of hij dan geen ‘fauler Witz’ kon vertellen, maar het was beter voor iedereen om de rest van de rit te genieten van de klassieke muziek die door de aftandse boxjes van zijn zachtgele Mercedes klonk. Alles is beter in Duitsland. Zo ook een taxiritje. Al was het maar door het lagere starttarief.

Indrinken in de Altstad van Düsseldorf is als figureren in een extra lange aflevering van ‘Man bijt hond.’ In de eerste tent die wij aandeden, zat een oud vies mannetje met zijn vers ingevlogen Thaise bruid van een cola light te genieten. Zijn bebrilde broer stond wat eenzaam naar het hout te turen dat de barvrouw voor haar haard had liggen. Ik moet toegeven, de barvrouw zit er in de winter meer dan warmpjes bij, maar zo ‘gevarifocused’ loeren, dat is de schaamte voorbij. Over zijn trui maar te zwijgen! Deze geoefende gluurder had namelijk een trui aan die zelfs Mart Smeets niet aan zou durven trekken.

Alles is beter in Duitsland. Zo ook het bier. Het duurt wat langer voordat ze een glas hebben getapt, maar dan heb je ook een vrolijke halve liter pul in je handen. Tot driemaal toe was er iemand in ons midden die met een jaloersmakende gulzigheid aan het drinken was. Ik waarschuwde mijn jonge vriend nog. “Niet te vroeg pieken,” maar mijn adviezen werden in de rukwind geslagen. Ik keek dan ook niet vreemd op toen hij een pul later speeksel stond uit te wisselen met een niet al te schone Duitse. Wel deed de dame in kwestie haar rode haar eer aan. “Mädchen mit roten Haren, die können Speichel austauchen, da war nicht mis!”

2011: Aardig gek!

Wat betekent het voor 2011 als je in de eerste minuut van dat jaar wordt gezoend door een gepensioneerde hoer? Alvorens zij haar knalrode lippenstift op mijn mond achterliet, drukte ze me een sterretje en een halve literblik schültenbrau in mijn handen. Daar stond ik dan van mijn à propos met een sterretje in mijn ene hand en Duits bier in de andere. In het oude bordeel waar ik het nieuwe jaar inluidde, lag een hond rustig in zijn rode pluche mand te slapen. Wij Nederlanders zijn tijdens oudejaarsavond zo’n losgeslagen volkje dat wij zelfs onze honden volstoppen met drugs. Loebas trok zich derhalve niets aan van de gillende kuikenmeiden, bompijlen en ontploffende wondertollen. Loebas moet goed aan het chillen zijn geweest, want vanaf twaalf uur veranderden de Nederlandse straten in een loopgraven oorlog waarbij zelfs het communicatienetwerk werd platgebombardeerd door illegaal Belgisch artilleriegeschut., maar Loebas reageerde ultiem chill. Wel fijn voor T-Mobile dat zij enkele minuten van het jaar niet het enige netwerk zijn dat plat ligt.

Ik werd nieuwjaarsdag wakker in twee zitzakken. Gelukkig was iemand zo aardig geweest om een dekentje over mij heen te leggen, want anders was ik het nieuwe jaar pas echt chagrijnig begonnen. Ik werd wakker in een ruimte die nog het meeste weg had van een hele grote asbak. Er cirkelden zelfs biervliegjes boven mijn hoofd. Misselijk liep ik naar buiten. Tering hangtiet! Wat een lucht! Er passeerde een met toeristen gevulde rondvaartboot. Het doet me deugd dat mijn door de kater gevelde lichaam enkele Japanse familiefotoalbums zal sieren. De drankzuchtigheid gebiedt mij te zeggen dat het mixxen van Jack Daniels en Amaretto je lever in geen geval een rustig uiteinde bezorgt. Over je maag maar te zwijgen!

Nadat we de grote asbak leeg hadden gemaakt, de vloer van een dikke lag gemorste Red Bull hadden ontdaan en de biervliegjes het hazenpad hadden gekozen, zaten we wat nutteloos voor ons uit te kijken. Mijn ‘alcoholic partner in crime’ kwam met het lumineuze plan om de kater te bestrijden met Absolute Wodka, maar dit getuigde van een kinderlijke naïviteit. De ‘man met de hamer’ is geduldig. Hij wacht rustig af en verkoopt je hoe dan ook een flinke mep na het drinken van alcohol. Ik dacht dat ik deze week gebukt ging onder enkele verrassingsaanvallen van de ‘man met de hamer,’ maar een mondiale griepepidemie en een kolossale uitwisseling van bacillen tijdens het zoenen en handjes schudden zullen ongetwijfeld ook hebben meegespeeld aan het gesnotter en gebonk in mijn hoofd. Wat zal 2011 ons brengen? Ik kan de toekomst niet voorspellen, maar zoals het gekkengetal 11 betaamt, is het nieuwe jaar in ieder geval aardig gek ingeluid!