Impulsiviteit kent geen tijd

Ik werd met een dodende blik aangekeken door de schoonmaakster toen ik een net door haar gepoetst toilet verliet. Ze had gelijk. Als ik in haar poetsschoenen zou staan, dan zou ik er ook een behoorlijk broertje dood aan hebben om een net onder gekakt toilet nogmaals te voorzien van een fris cachet. Te meer omdat de bedrijfskeuken-hutspot, die ik even daarvoor gulzig naar binnen had zitten werken niet gespeend was van roomboter, hetgeen stoelgangtechnisch ‘puik spulleke’ is, om maar eens een Brabantse uitdrukking te gebruiken. Tijd om stil te staan bij dit sadistisch genoegen had ik niet, want ik werd gebeld. Ik had mij voorgenomen om een weekend thuis op de bank door te brengen in pyjamapak. Uitslapen, vers fruit, verse groenten, slechte films en wandelingentjes van mijn bank naar mijn goed gevulde koelkast en terug, dat zouden de ingrediënten van mijn weekendsmoothie zijn.  Zeker na het uit de hand gelopen feest van het vorige Oud&Nieuw weekend waren mijn lichaam en ziel toe aan een retraite.

Had ik mijn telefoon maar nooit opgenomen. “Bins?” Het gesprek was van het type dat alleen mannen kunnen voeren: zonder het uitwisselen van hypocriete beleefdheden to the point komen. “Ga je mee zuipen in Duitsland?”Een negatieve respons was hier op zijn plaats geweest.. “Ja, ” antwoordde ik , terwijl mijn voorgenomen weekendplannen door mijn drankzuchtige alter ego het paleis van mijn geest werden uitgebonjourd. Een krappe drie uur later stonden we aan een hotelbalie in Düsselfdorf. De hotelketen beloofde niet veel goeds voor het verdere verloop van de avond. De laatste keer dat ik in een Merriot-hotel overnachtte was in Kuala Lumpur. De eerste ochtend in dat hotel werd ik met een boxershort op mijn hoofd wakker op een strandstoel aan het zwembad. Dat weekend heeft mij doen besluiten mijn credit card doormidden te knippen en nooit of te nimmer meer voet te zetten op Maleisische bodem. De schrijver van het bijbelboek Genesis moet ongetwijfeld zijn inspiratie voor de steden Sodom en Gomorra hebben opgedaan in Kuala Lumpur, de stad van de samenloop der verdorven rivieren. Zoals ieder sprookje begint met ‘er was eens,’ zo begint iedere stedentrip met een biertje in het hotel. Een moment van bezinning.

Een goede grap zit hem soms in de herhaling. Zo kon ik het niet laten om aan een Duitse taxichauffeur te vragen: “weisen sie was Tekno ist?” Deze eerstegeneratieallochtoon vormde geen uitzondering op alle andere Duitse taxichauffeurs, die ik met deze vraag heb vermoeid. Ik werd wederom schaapachtig aangekeken. Halal was zijn blik in ieder geval wel, dat moet ik hem nageven.  “Die Musik die immer die boom boom macht.” Er kon geen lachje van zijn snor af. Ik probeerde er nog wat van te maken door te vragen of hij dan geen ‘fauler Witz’ kon vertellen, maar het was beter voor iedereen om de rest van de rit te genieten van de klassieke muziek die door de aftandse boxjes van zijn zachtgele Mercedes klonk. Alles is beter in Duitsland. Zo ook een taxiritje. Al was het maar door het lagere starttarief.

Indrinken in de Altstad van Düsseldorf is als figureren in een extra lange aflevering van ‘Man bijt hond.’ In de eerste tent die wij aandeden, zat een oud vies mannetje met zijn vers ingevlogen Thaise bruid van een cola light te genieten. Zijn bebrilde broer stond wat eenzaam naar het hout te turen dat de barvrouw voor haar haard had liggen. Ik moet toegeven, de barvrouw zit er in de winter meer dan warmpjes bij, maar zo ‘gevarifocused’ loeren, dat is de schaamte voorbij. Over zijn trui maar te zwijgen! Deze geoefende gluurder had namelijk een trui aan die zelfs Mart Smeets niet aan zou durven trekken.

Alles is beter in Duitsland. Zo ook het bier. Het duurt wat langer voordat ze een glas hebben getapt, maar dan heb je ook een vrolijke halve liter pul in je handen. Tot driemaal toe was er iemand in ons midden die met een jaloersmakende gulzigheid aan het drinken was. Ik waarschuwde mijn jonge vriend nog. “Niet te vroeg pieken,” maar mijn adviezen werden in de rukwind geslagen. Ik keek dan ook niet vreemd op toen hij een pul later speeksel stond uit te wisselen met een niet al te schone Duitse. Wel deed de dame in kwestie haar rode haar eer aan. “Mädchen mit roten Haren, die können Speichel austauchen, da war nicht mis!”