2012: Het einde is in zicht

Impulsiviteit is een eigenschap die ik hoog in het ludieke vaandel heb staan. Zaken ver vooruit plannen, dat  gaat mij minder goed af. Zo vatte enkele maanden geleden op een avond in Amsterdam het impulsieve idee post om eind april de Brabantse polonaise te gaan lopen in de straten van het Thaise Sodom en Gomorra. Al enkele weken verheug ik mij op het drinken van’ buckets’ wodka, het brak rond hobbelen op teenslippers en op het dansen van de ‘macarena’ tijdens psychedelische strandfeesten. Het is maar goed dat ver vooruit plannen in mijn woordenboek niet voorkomt en derhalve de tickets nog niet geboekt waren, want onze vakantiebestemming is door een vroege inval van het regenseizoen in een helse modderpoel veranderd. Natuurlijk valt mijn bedorven vakantiepret in het niet bij de ellende die de Thai ondervinden van Moeder Natuur, maar zoals Koning Bhumibol zei bij het zien van zijn weggespoelde buitenpaleis: “Daar baal ik goed flink van!”

Terwijl wij in Nederland ons druk maken over welke Cruijffiaanse uitspraken er gedaan worden over Ajax spelen er zich in de wereld toch behoorlijk schokkende zaken af. In de Arabische wereld is men het beu om met een universitaire graad op zak kamelentochten te organiseren voor vadsige toeristen (zie foto onder). In het riool van Tokio schijnen schildpadden inmiddels karateles te krijgen van een door radioactieve straling tot sensei gemuteerde rat, in Australië is er meer regen gevallen dan in de vijftig jaar daarvoor, in Nieuw Zeeland staat geen kerk meer overeind, Europese banken hebben meer geld nodig dan alle dictators bij elkaar in de Zwitserse Alpen hebben verstopt, in Texas plegen racistische vissen en vogels massaal zelfmoord omdat zij het niet langer kunnen verkroppen dat er een zwarte president aan de macht is en in een Duitse dierentuin is een ijsbeer zo gebukt gegaan onder de druk van wereldbekendheid dat hij geen andere uitweg meer zag dan zichzelf te verdrinken.

Bij het huwelijk van Prinses Maxima en Prins Pils op 02-02-2002 heb ik samen met een vriendin voor de Japanse televisie plechtig beloofd te trouwen op 12-12-2012, maar dat gaat er denk ik niet meer van komen! De wereld vergaat namelijk in 2012. En wie ben ik nu om de Maya-kalender tegen te spreken? Ik heb niet eens een agenda! Er zit echter niets anders op dan te doen wat Berry Stevens  talentloze deelnemers van de Soundmixshow meegaf: “Gewoon doorgaan….” Maar dan wel met een aluminium hoedje op je hoofd, een kelder vol blikvoer (lees: Schültenbrau), een opgeladen iPhone, een voorraad ducktape (daar kun je alles mee maken), een slof sigaretten en een opblaasbare roeiboot. We will survive 2012!

Fucking tupperware party!

Dat vrouwen een complexere benadering hebben over het doen van boodschappen dan mannen bleek afgelopen vrijdag wel toen ik met drie vrouwen inkopen mocht doen voor een verjaardagsfeestje. Het lijkt mij niet al te moeilijk. Je loopt met de winkelwagen richting de drankafdeling en vult je karretje. Mocht er nog ruimte over zijn in het karretje, dan kan dit eventueel gevuld worden met een zak chips, een blokje kaas, pretsels of ander burgerlijk voedsel. Afgunstige blikken vielen mij echter ten deel. De dames waren een boodschappenlijstje aan het maken. De nadruk lag op eten. Ik vond het maar hypocriet. Eating is cheating! Ik besloot mijn pragmatische wijsheden niet met hen te delen, maar een sigaret te gaan roken op het balkon. Fulmineren tegen vrouwenlogica: daar is geen eer aan te behalen. Drie sigaretten later was het lijstje klaar. Ik kreeg een boodschappentas in mijn handen geduwd. Dat we het boodschappenlijstje verlaten achterlieten op het aanrecht, hield ik uiteraard voor me. De kans getuige te zijn van zo’n  gedragsexperiment krijg je immers niet vaak.

Even voelde ik mij weer als kleuter, die door zijn moeder streng werd toegesproken bij het quasi-stiekem vullen van het winkelkarretje met zakken snoepgoed. Dit keer geen didactische draai om de oren, maar een dodende blik. Ik had op slinkse wijze een zakje tijgernoten in het wagentje gelegd. “Dit stond niet op het lijstje,” zo werd mij streng toegesproken. Met een zielig en trillend onderlipje legde ik het zakje borrelnootjes terug. Op mijn favoriete afdeling zakte mijn broek helemaal tot beneden N.A.P. Met uiterste precieze en ziekelijke nauwkeurigheid werd op de druppel berekend hoeveel drank er moest worden ingekocht.  “Je had toch nog een halve fles wit staan?” Ongelofelijk. Wat is er nu in godsnaam erg aan het overhouden van drank? Dat geeft alleen maar reden tot het organiseren van nog een feestje. Dom hoor! Ikzelf mocht een sixpackje bier in het karretje laden, maar eerst moest ik putten uit de al aanwezige voorraad bier. Negen blikjes Amstel, die pas een maand over de datum waren.

Ik had door mijn bezoek aan Gooische Vrouwen al een behoorlijk metroseksuele week achter de rug, maar het begin van mijn weekend was ronduit gay. Daar zat ik dan aan een tafel met zes vrouwen uit een theeglas bier te drinken. Het eerste gespreksonderwerp was er meteen eentje die mij aan het hart gaat. Ontharing. Als voorzitter van ‘Genootschap de Kokosnoot’ kon ik hier natuurlijk als geen ander over meepraten. Nadat ik was bijgepraat over het laseren van okselhaar en de bikinilijn had ik al een derde van de bedorven biertjes soldaat gemaakt. Dit tempo stond niet in de planning, want het was geenszins de bedoeling dat ik mee zou gaan stappen. Ik zou het even rustig aandoen zo na de carnaval. Het daaropvolgende gespreksonderwerp deed mij echter het theeglas nog sneller vullen. Uggs. Latent homofiel schimmelschoeisel. Hier wilde ik geen woorden aan vuil maken, dus ik concentreerde mij op mijn theeglas. Inmiddels werden er diverse hapjes op tafel gezet. Ik was beland op een fucking tupperware party!  En dan zit er niets anders op dan mee te gaan met de flow van de avond.

Soms ontkom je daar nu eenmaal niet aan. Er zit niets anders op dan je over te geven aan de feestelijkheden. Uiteraard ben je dan niet te beroerd om in de feestvreugde te delen en laat je je onderspuiten met vrouwenparfum. Zo kan het gebeuren dat je dan toch weer na sluit in polonaise de kroeg uitrolt. Dat je de volgende dag in dezelfde kleding nog een kleine treinreis moet maken om bij moeders op de koffie te gaan, maakt niet uit. Dat de trein een klein kwartier stil gaat staan in de brandende zon en dat je dan een soort stralingsziekte oploopt van de vrouwenparfum aan je kleding, dat lach je weg. Dat je uit iedere porie alcohol zweet en dat dit zich als een soort seropositieve schimmel ophoopt in je voor laserbehandeling rijpe rughaar, dat maakt ook niet uit. Het was immers een fucking gezellige tupperware party!

Gooische vrouwkes!

Ik geef het toe. Ik ben een fan van Gooische Vrrouwen. Ik ben een groupie van het eerste uur, want ik was al fan van Willemijn toen zij nog door het leven ging als Juffrouw Jannie en meneer Edgar, meneer Jos en meneer Storm op het Jiskefet kantoor van koffie voorzag. Er is niets mis met mijn fanschap voor deze vrouwenserie, die eigenlijk geen vrouwenserie is! Het is niet dat ik hiermee het latent homofiele voet-schimmel-schoeisel Uggs omarm of Gerald Joling zing onder de douche. Al is dat laatste ook niet helemaal waar. Wat een giller! Dat het bioscooppubliek ietwat vrouwelijker van aard zal zijn, dan bij mijn laatste bioscoopbezoek het geval was, lijkt me evident. Maar volgens mij worden vrouwen ook niet geweigerd als zij een voetbalstadion van binnen willen bekijken. Het blijft weliswaar een vreemde gewaarwording als een vrouw naast je komt zitten op de tribune en aangeschoten van het eerste evenementenbiertje meer beledigende decibel produceert dan het uitvak Ado-supporters, maar er is verder niets mis met vrouwen in een voetbalstadion.

Vrouwen en voetbal. Ik heb er een jeugdtrauma aan overgehouden. Mijn allesbehalve glansrijke voetbalcarrière beleefde zo’n dertien jaar geleden zijn aftrap in een tot voetbalveld omgespit weiland in Hei en Boeicop. Het was mijn eerste wedstrijd als veelbelovende keeper van de D4. Ik zal het nooit vergeten. Voetballen tegen een stel meiden, dat werd een makkie! “Ik hoop dat je de Donald Duck bij je hebt, want druk zal je het niet krijgen,” zei mijn trainer nog lachend in de kleedkamer terwijl hij een fijn bekertje Karvan Cevitan inschonk voor zijn mannen. Hoe anders liep het? Mijn katachtige reflex ten spijt. Eenentwintig keer kon ik de bal uit het net halen. Eén-en-fucking-twintig keer! Deze traumatische ervaring ben ik nooit te boven gekomen. Het lijkt me dan op zijn minst wel zo fair dat ik af en toe een vrouwenfilm mag bezoeken. Dat is het vrouwelijk ras mij wel verschuldigd.

Ik verheug me al enkele maanden op de film Gooische Vrouwen, ‘GV-1’ voor intimi. Fijn onder het genot van een decadent duur zakje M&M’s naar het witte doek kijken in een zaal vol oestrogeen. Drupje erbij. Lekker hoor! Ik verwacht geen hele indrukwekkende actiescènes, maar dat scheelt weer een vervelende constatering van een blije eikel die altijd in de zaal moet zitten en dan opmerkt: “tsss, dat kan helemaal niet!” Nu is er ook altijd iemand die zeikt over die blije eikel en als ik de laatste bioscoopfilm die ik zag moet geloven, schijnt er op een nog diepere laag weer iemand te zijn die daar dan weer over zeikt. Zo’n diepe verhaallijn verwacht ik bij Gooische Vrouwen overigens niet. Ik verheug mij nog het meeste op het zwijgen van Dr. Rossi, wat een koning! En ik hoop dat Claire in de film gewoon weer een borreltje drinkt, want toen ze dronk was ze vele malen leuker. Het zou verder leuk zijn als ik dit keer in Pathé Tilburg niet word gestoord door luidruchtig zonnepit uitspugend bontkraagtuig, maar door kibbelende parelpubers uit Oisterwijk, die uiteraard dan wel stiekem chocoladekoekjes de zaal binnen hebben gesmokkeld. Want zo zijn ze ook: de Gooische Vrouwkes!

Politieke pantoffeldiertjes

Er is weer een bijzonder fijn blik vrijwilligers opengetrokken deze verkiezingen. De blije figuren die de afgelopen tijd ballonnen hebben uitgedeeld in winkelstraten hebben een hoog korfbalgehalte, maar de pantoffeldiertjes die de stemlokalen bevolken scoren pas echt een hoge ‘man-bijt-hond-factor.’ Het stemlokaal in het Interpolisgebouw vormde hierop helaas geen uitzondering. Een gereformeerd ruikende vrouw met kogelvrije brilglazen zat van haar boterham met komijnkaas te peuzelen. Het enige fleurige in het leven van deze vrouw is haar hemelsblauwe broodtrommel. Of probeerde ze mij op slinkse wijze te overtuigen om op haar gristenpartij te stemmen? Het was nog vroeg en ik was de enige die met zijn stempas klaarstond, maar ik werd totaal door haar genegeerd. Het rode ribjasje naast haar nam mijn stembiljet gelukkig wel in ontvangst. De buil shag in het borstzakje van zijn geblokte overhemd verraadde zijn lerarenberoep. Hij had zijn klaslokaal vandaag verlaten om van de gratis koffie te genieten, getuige de gele gloed over zijn tanden.

Toch heb ik met de pantoffeldiertjes van het stemlokaal te doen. Je zou de ganse dag maar bloot worden gesteld aan de gemiddelde domheid van de kiezer. Het is voor het gros van de bevolking überhaupt al te lastig om een doordachte mening te vormen over politiek, laat staan over de provinciale politiek. Je zou eigenlijk een verborgen camera in het stemhokje moeten hangen en filmen wat de reactie is van de kiesgerechtigde bij het zien van de kandidatenlijst. De PVV-stemmer schijnt gemiddeld een vol kwartier langer in het hokje te hebben gestaan op zoek naar de Grote Leider! Het merendeel van de socialisten vond het maar een vreemde zaak dat er geen tomaten waren om andersdenkenden te bekogelen en een dement CDA-lid schijnt een mooie rode kleurplaat voor Dries van Agt te hebben ingeleverd bij het stemlokaal in verzorgingstehuis ‘De Bonte Beestenboel.’

En dan hadden de politiek leiders van ons land nog wel zo hun best gedaan deze verkiezingen. Job Cohen liep vrolijk mee in de stotterpolonaise in de hoop er een Oscar mee in de wacht te slepen,  Wilders ging gezellig op de thee bij Mirna Goossen en ‘Omroep Maxime’ zond  uit vanaf de skipiste en liet mastodont Brinkman de politieke degens kruisen met Moppentrommel Roemer. Het mocht allemaal niet baten. Slechts iets meer dan de helft van de kiesgerechtigden nam de moeite zijn of haar stem uit te brengen. We mogen de CDA-God op onze sociaalliberale knietjes danken dat de opkomst zo laag was. Laat de ongeïnteresseerde maar thuis blijven! Zij voeren toch liever politiek in huiselijke verjaardagskring onder het genot van een stukje leverworst en een glaasje Kaapse bocht. Politieke pantoffeldiertjes!