Treinfeeks

Wellicht dat het een generatiekloof was. Maar misschien moet ik sociaal onwenselijk gedrag ook niet proberen te bagatelliseren. ‘Stilte coupé’ prijkte er immers op de ramen van het door de airco op fijne temperatuur gebrachte treinstel.  Een vriendin, waarmee ik op weg was naar onze fijne hoofdstad, bracht een telefonisch vrouwenverslag uit aan haar vriendin. Een vrouw links tegenover ons bracht daarop geïrriteerd de oortjes van haar nep iPod in en slaakte een zucht alsof ze een zoveelste blauwtje had gelopen op een door relatieplanet.nl geëngageerde frigide date. Enkele minuten later kwam een vrouw van een jaar of vijftig er wat van zeggen. Ondanks het fijne coupeklimaat had de vrouw een behoorlijk rood hoofd. Bij een vrouw van vijftig met een rood hoofd weet je: pas op! Opvlieger! Naar het schijnt zijn vrouwen die ongesteld zijn niet de meest vriendelijke diertjes in ons zonnestelsel, maar vrouwen in de overgang zijn met stip het meest onaangename schepsel van het ganse heelal. Deze rood aangelopen treinfeeks vormde daarop geenszins een uitzondering.

“Hier ben ik absoluut niet van gediend. Dit hoef ik toch allemaal niet te horen….Hier betaal ik niet voor!” brabbelde ze in mijn brakke oor. Mijn systeem was nog niet geheel online door het iets te vreugdevolle verloop van de vorige avond. In een milliseconde bedacht ik drie reacties. Onderkotsen was mijn eerste ingeving. Dit puberaal impulsieve idee werd gelukkig door het verstandige gedeelte van mijn onderbewuste naar het rijk der fabelen verwezen. De tweede spitsvondigheid die mijn brakke cerebellum aandroeg was de feeks een briefje van tien euro geven, zodat ze een kaartje voor de eerste klas kon kopen. Voordat ik mijn portemonnee uit mijn kontzak had gehaald, had ik echter al gereageerd. “U heeft gelijk, maar laten we er ons niet zo druk om maken. Daar is het weer te mooi voor. Een prettige dag gewenst.” De vrouwelijke oestrogeenbom koos hierop gelukkig het hazenpad. Ze had het gelijk immers aan haar zijde. Een volwassen reactie, al zeg ik het zelf. Een kant van mijn persoonlijkheid, die ik gezien mijn leeftijd wel wat vaker mag laten zien. Ik speel echter niet graag de blauwhelm. Zeker niet tijdens kleinburgerlijke conflicten.

Zelfbeschikking en keuzevrijheid, daar is mijn generatie mee opgegroeid. Persoonlijke vrijheid is een groot goed. Autonomie weegt zwaarder dan autoriteit. Erkenning van onze handelingsvrijheid en respect voor onze hoogst individuele opvattingen en verlangens wegen zwaarder dan de mening van anderen. Zeker wanneer het pietluttigheden betreft. Dus ik spreid mijn picknickkleedje graag in een stukje park met een bordje ‘niet betreden,’ ik mag graag een gesprek voeren in de stiltecoupé van een trein en ik steek al wandelend kruispunten over zonder daarbij het stoplicht gade te slaan. Uiteraard neem ik bij het oversteken wel het credo van Bassie en Adriaan in acht: ‘kijk links en rechts, en nog een keer, als je oversteken moet!’ Asociaal? Wellicht, maar ik noem het liever ondeugende burgerlijke ongehoorzaamheid. Ik heb een beetje medelijden met de treinfeeks. Misschien kom ik haar nog eens tegen tijdens een rondje zappen bij de ‘Rijdende Rechter.’ Het zou me niets verbazen als ze zich druk maakt over de te hoge schutting van haar buurman. Mijn advies aan de treinfeeks zou zijn: ‘don’t worry, be happy!’

Het komt wel goed schatje

Er kwam een abrupt einde aan een fanatiek geil goed potje discobowlen in dromenland. Het was mijn biologische klok die ervoor zorgde dat ik mijn laatste strike niet kon gooien. Jammer, want de spannende strijd tussen prinses Maxima en mij ging tot dan toe gelijk op. Tijd voor teleurstelling was er echter niet, want een fijne zonnestraal scheen door mijn provisorisch opgehangen gordijnen op mijn rode oortjes. Dit was fijn wakker worden. Omdat je in een vakantie zo min mogelijk moet, was mijn fijne ontwaken direct aanleiding om een nieuw avontuur aan de binnenkant van mijn ogen te gaan beleven. Echter kwam ook aan het aardbeienplukken in Adamskostuum met een buslading schone Roemeense dames een onaangenaam einde. Deze laatste droom kon ik overigens wel beter duiden dan het discobowlen met Maxima. Voor het slapengaan had ik namelijk naar Nieuwsuur gekeken. Daarin zat een item over aardbeientelers, die van minister Kamp geen werkvergunning meer krijgen voor hun Roemeense werknemers. Mijn onderbewuste moet medelijden met hen hebben gehad al weet ik niet zeker of zij mijn streaken op hun werkplaats zo hebben opgevat.

Dit keer werd ik niet wakker door mijn biologische klok, maar wierp de deurbel mij terug de realiteit in. Een pakketje! Zou dit dan eindelijk het pakketje zijn van mijn Valentijn, dat per ongeluk verkeerd was bezorgd en dan nu eindelijk weer zijn hartstochtelijke juiste pad had gevonden? Dit had overigens niets met seksuele frustratie te maken. Ik las onlangs een bemoedigend stukje tekst van een filosoof die stelde dat de lente voor de vrijgezel het seizoen van het verlangen is. Je hoeft je dus geenszins te schamen dat je ieder half uur je mail, facebook, smsjes en twitter checkt of degene die je leuk vindt nog iets van zich heeft laten horen. Wachten hoort er nu eenmaal bij in de lente. Het was dus geen vreemde gedachte dat ik verlangde naar een romantisch stukje post. In  spoedde mij dus direct naar beneden. In mijn seizoensenthousiasme besefte ik mij niet dat een pyjamabroek met daarop een vaal T-Shirt van een Thaise bar niet bepaald representatief zou zijn. Ik had dan ook een besnorde postbezorger verwacht en niet een vrouwelijke deurwaarder.

Mijn vermoeden dat het pakketje van een vrouw was klopte overigens wel. Vrouwe Justitia had mij een aangetekende brief gestuurd. Ik kon me zo snel niet voor de geest halen wat ik voor stoute dingen had uitgespookt. Afgelopen Carnaval was ik redelijk doorgekomen. Ik had, in tegenstelling tot de vorige Carnaval, niet geprobeerd speeksel uit te wisselen met een politiepaard en ook wildplastechnisch had ik mijn gereedschap keurig in de boxershort gehouden. Ik kon mij niet aan de indruk ontrekken bij het overhandigen van de aangetekende brief dat de deurwaarder dacht dat ze hier met een toekomstig TBS-patiënt van doen had. Wat kan ik er aan doen dat mijn kapsel er in de ochtend uitziet als de misdadig ogende ‘coupe du gestolen föhn ontploft?’ Bovendien was ik er nog niet aan toegekomen mij te scheren.

Het bleek gelukkig niets ernstigs te zijn. Een oude rookboete die ik had gekregen op het station van Breda. Deze was geheel en per abuis aan mijn aandacht ontsnapt. Ik had gewacht op de tweede aanmaning en toen ik deze had ontvangen, heb ik keurig de originele boete betaald. De oorspronkelijke boete was echter lager dan de tweede aanmaning, dus mijn vrienden van het CJIB hadden het bedrag van zestig euro op mijn rekening teruggestort. Ik vond het al aardig van ze. Sigaretten worden immers steeds duurder, dus ik kon deze vriendelijke subsidie goed gebruiken. Nu kon ik een bedrag van maarliefst honderd euro overmaken om een rechtszitting te voorkomen. Ik liet deze fijne lentedag er echter niet door verpesten! Ik ben op mijn zonnige terras gaan zitten. Uiteraard heb ik ieder half uur mijn iPhone gecheckt of mij de liefde verklaard zou worden. Ik zal geduldig wachten deze lente, terwijl ik mij moed blijf indrinken met Karvan Cevitan. Het komt wel goed schatje!