Het komt wel goed schatje

Er kwam een abrupt einde aan een fanatiek geil goed potje discobowlen in dromenland. Het was mijn biologische klok die ervoor zorgde dat ik mijn laatste strike niet kon gooien. Jammer, want de spannende strijd tussen prinses Maxima en mij ging tot dan toe gelijk op. Tijd voor teleurstelling was er echter niet, want een fijne zonnestraal scheen door mijn provisorisch opgehangen gordijnen op mijn rode oortjes. Dit was fijn wakker worden. Omdat je in een vakantie zo min mogelijk moet, was mijn fijne ontwaken direct aanleiding om een nieuw avontuur aan de binnenkant van mijn ogen te gaan beleven. Echter kwam ook aan het aardbeienplukken in Adamskostuum met een buslading schone Roemeense dames een onaangenaam einde. Deze laatste droom kon ik overigens wel beter duiden dan het discobowlen met Maxima. Voor het slapengaan had ik namelijk naar Nieuwsuur gekeken. Daarin zat een item over aardbeientelers, die van minister Kamp geen werkvergunning meer krijgen voor hun Roemeense werknemers. Mijn onderbewuste moet medelijden met hen hebben gehad al weet ik niet zeker of zij mijn streaken op hun werkplaats zo hebben opgevat.

Dit keer werd ik niet wakker door mijn biologische klok, maar wierp de deurbel mij terug de realiteit in. Een pakketje! Zou dit dan eindelijk het pakketje zijn van mijn Valentijn, dat per ongeluk verkeerd was bezorgd en dan nu eindelijk weer zijn hartstochtelijke juiste pad had gevonden? Dit had overigens niets met seksuele frustratie te maken. Ik las onlangs een bemoedigend stukje tekst van een filosoof die stelde dat de lente voor de vrijgezel het seizoen van het verlangen is. Je hoeft je dus geenszins te schamen dat je ieder half uur je mail, facebook, smsjes en twitter checkt of degene die je leuk vindt nog iets van zich heeft laten horen. Wachten hoort er nu eenmaal bij in de lente. Het was dus geen vreemde gedachte dat ik verlangde naar een romantisch stukje post. In  spoedde mij dus direct naar beneden. In mijn seizoensenthousiasme besefte ik mij niet dat een pyjamabroek met daarop een vaal T-Shirt van een Thaise bar niet bepaald representatief zou zijn. Ik had dan ook een besnorde postbezorger verwacht en niet een vrouwelijke deurwaarder.

Mijn vermoeden dat het pakketje van een vrouw was klopte overigens wel. Vrouwe Justitia had mij een aangetekende brief gestuurd. Ik kon me zo snel niet voor de geest halen wat ik voor stoute dingen had uitgespookt. Afgelopen Carnaval was ik redelijk doorgekomen. Ik had, in tegenstelling tot de vorige Carnaval, niet geprobeerd speeksel uit te wisselen met een politiepaard en ook wildplastechnisch had ik mijn gereedschap keurig in de boxershort gehouden. Ik kon mij niet aan de indruk ontrekken bij het overhandigen van de aangetekende brief dat de deurwaarder dacht dat ze hier met een toekomstig TBS-patiënt van doen had. Wat kan ik er aan doen dat mijn kapsel er in de ochtend uitziet als de misdadig ogende ‘coupe du gestolen föhn ontploft?’ Bovendien was ik er nog niet aan toegekomen mij te scheren.

Het bleek gelukkig niets ernstigs te zijn. Een oude rookboete die ik had gekregen op het station van Breda. Deze was geheel en per abuis aan mijn aandacht ontsnapt. Ik had gewacht op de tweede aanmaning en toen ik deze had ontvangen, heb ik keurig de originele boete betaald. De oorspronkelijke boete was echter lager dan de tweede aanmaning, dus mijn vrienden van het CJIB hadden het bedrag van zestig euro op mijn rekening teruggestort. Ik vond het al aardig van ze. Sigaretten worden immers steeds duurder, dus ik kon deze vriendelijke subsidie goed gebruiken. Nu kon ik een bedrag van maarliefst honderd euro overmaken om een rechtszitting te voorkomen. Ik liet deze fijne lentedag er echter niet door verpesten! Ik ben op mijn zonnige terras gaan zitten. Uiteraard heb ik ieder half uur mijn iPhone gecheckt of mij de liefde verklaard zou worden. Ik zal geduldig wachten deze lente, terwijl ik mij moed blijf indrinken met Karvan Cevitan. Het komt wel goed schatje!