Fuck Funky Monkey!

Het zonnetje scheen heerlijk. Ideaal weer voor een fijn uitje met de bakfiets naar een vriendin met Corona verschijnselen. Even wat boodschappen aan de deur hangen en uit het raam kletsen. Mijn pup Guus flaneerde uiteraard pontificaal in de bakfiets over de lege straten. Shiner! Toch wel een gek gezicht zo weinig mensen op straat daar waar het normaal krioelt van het verkeer en de mensen. Het heeft wel wat zo in de middagzon, maar ik zie liever volle terrasjes en pleinen. Ik fietste langs de Albert Cuyp. Alleen de tentjes met etenswaar geven nog acte de présence.

Ik vond het geen fijne setting. Dat ze, omdat ze één hoog woont, op me neer keek vond ik nog niet eens zo erg. Wat me stoorde was dat ze er ondanks haar algehele Corona mailaise van leek te genieten. Dat zou ik overigens ook doen, maar dit terzijde. Guus en ik besloten snel het zonnetje weer op te zoeken. We hadden het hele Museumplein voor onszelf. Ik liet Guus even zijn energie kwijt terwijl ik zelf met een glimlach mijmerend van het zonnetje genoot. Guus ging wel heel ver. Zoals een goede pup betaamt, luisterde hij averechts naar zijn naam of toch vrij heldere commando’s als “kom” of “hieeeeerrrr!” Ik ben altijd goed voorbereid en haalde zijn favoriete snack ‘de kip stick’ uit mijn zak om dit lok klusje te klaren. Maar wat vond ik daar tevens in mijn zak?

Ik ben er een groot voorstander van lokale ondernemers te ondersteunen. In lijn dezer gedachten had ik om Coffeeshop ‘The Funky Monkey’ een hasj onder de riem te steken twee jointjes gehaald. Een beetje hasj heeft nog nooit iemand kwaad gedaan,’ zo is immers de gedachte van een oud voorzitter van het illustere genootschap ‘Joint the Club.’ Zo blij als Snoop Dogg op zijn driewieler tourde ik met Guus terug met de bakfiets naar huis. Thuisgekomen kreeg ik ineens ontzettende zin in Sunday ijsjes van de Mac Donalds. Ik bestelde er drie via Uber Eats. Met nootjes. En ik kreeg zin in Thaise curry! Met cashewnoten! En paaseitjes! Uienringenchips. Taksi. Oeh, en Festini perenijsjes.  Onderwijl tapte ik wat moppen waar ik alleen zelf om lachte. Daarna heerlijk geslapen.

Toen de middag erna het zonnetje weer begon te schijnen, wilde ik met Guus een klein ritje gaan maken. ‘Wat gek, ik kon mijn fietssleutel niet vinden. Ik had toch niet mijn sleutel er…..in laten zitten? Gewapend met mijn reservesleutel liep ik snel naar mijn bakfiets. “GODMAGENDE!” Foetsie. Fuck! Fuck! Fuck! Terug gekomen in mijn huiskamer fluitserde Willy en Rico twee woorden…..  “Dom hoor!” Je kon erop wachten Ook dat nog. Het is zover….’ze praten terug.’ Fuck funky monkeys!

Aapconversaties tijdens Corona huisarrest

Slaperig strompel ik mijn woonkamer in. Het is negen uur. Het voelt alsof ik me heb verslapen, maar waarvoor weet ik ook niet precies. Nog voordat ik mijn hond uit zijn bench bevrijd en van ontbijtbrokken voorzie, begroet ik hartelijk mijn decoratieve apen Willy en Rico. De opgezette vos die trouw mijn drankkast bewaakt krijgt een enthousiasmerende aai over zijn bolletje. “Goedemorgen Vossie, lekker geslapen?” Ik weet echt wel dat dit een beetje ‘koek koek’ is, maar in deze vreemde dagen van Corona huisarrest komen de muren toch een beetje op je af. En de eerlijk gebiedt me ook te zeggen: ik kom er nu mooi mee weg!  “Goedemorgen Rico. Goedemorgen Willy. Wat een heerlijk weertje hé jongens?” vraag ik hen terwijl ik een boterham met pindakaas smeer. “ De gesprekken zijn nu nog te typeren als eenrichtingsverkeer, maar ik sluit totaal niet uit dat hier verandering in gaat komen. Op korte termijn  welteverstaan. Ik houd er namelijk met aan zekerheid grenzende humoristische waarschijnlijkheid rekening mee dat de aapconversties intensiever zullen worden en deze, hetzij primitieve gesprekken, van een meer interactioneel cachet zullen worden voorzien.”Oftewel: “Koek Koek!”

Mijn huis is nog nooit zo opgeruimd en schoon geweest. Mijn kledingkast is niet langer een ontplofte inzamelingsactie, maar een georganiseerd strak ingedeeld staaltje kledingkunst! Acute ‘ocd.’  De muffe lucht van te lang gedragen shiny sokken is succesvol geattaqueerd door Robijntje. Ik vond  hem altijd een kutbeertje, maar nu ik tien van die wasverzachter flessen bij de Appie heb gehamsterd, zat er niets anders op dan mijn mening te herzien. Kutbeertje! Na elf jaar stof te hebben gehapt, is mijn strijkijzer in ere hersteld. Wie had dat gedacht? Mijn voorraadkast puilt fucking uit. Ik heb meer appelmoes dan een Van der Valk Restaurant. Dorperwten- en pastatechnisch gezien voorkom ik meerdere hongerwinters op de hele Rozengracht en er is een hoeveelheid toiletpapier waarmee ik alle Nederlandse kleuters een jaar lang Papier-maché orang oetan’s kan laten maken. Ik heb zelfs witte bonen in tomatensaus in mijn voorraadkast staan. Man, man, man.

Zo wilde ik nog even door gaan met klagen. Maar nog voordat ik een relaas kon afsteken over het missen van etablissementen met een tapvergunning in mijn wekelijkse stukje ontspanning werd ik afgekapt. “Ik ben echt moe Pat, dus ik ga slapen.” Dat kon ik me meer dan goed voorstellen . Er lagen namelijk meerdere ernstig zieke Corona patiënten op haar afdeling en die verpleegde ze van maandag tot en met zaterdag meer dan 8 uur per dag in zo’n beschermend pak. Ik werd er een beetje stil van.  Ik wenste haar welterusten en beduusd met het lichte schaamrood op de kaken hing ik op. “Dan valt het bij ons meer dan mee hè jongens? Warmpjes en overvoed in onze gouden kooi.” Vossie, Willy, Rico en Guus zwegen als het graf. Nog wel dacht ik. Nog wel…