Hernieuwde frisheid van de geest (deel 2)
Niet gedacht dat mijn eerste vakantie ochtend in het teken zou staan van de jacht op schone onderbroeken. Lang deed ik hier overigens niet over want recht tegenover mijn hotel bevindt zich een kleding boetiekje. “Echt Diesel,” zo wist de verkoper, wiens tanden meer koffie en tabak hadden gezien dan goed is voor een Turks mensenleven, mij te vertellen. “Zijn ze ook schoon?” grapte ik. “Ja heel schön, heel schön.” Met vier ‘schöne Diesel onderbroeken’, drie paar Ralph Lauren sokken en een nog ‘schöner’ Tommy Hilfigher overhemd liep ik vijftien euro lichter terug naar mijn hotelkamer. Een klein beetje trots, want ik stak bij de verkoper niet van wal over hoe hij de verkopen van zijn schöne Diesel onderbroeken kon stimuleren door de afname van een bepaald kassasysteem met webwinkel. Hij zou de eerste zijn geweest die omnichannel introduceerde in deze Turkse badplaats. Gemiste kans! “Niet aan werk denken Patrick, niet aan werk denken, geen Docusignetje voor hem hem opmaken…niet doen. Je komt hier voor je rust.”
Een ander doel van de ochtend was de hamam. Het Turkse badhuis. Even bijkomen en ontgiften van de feestjes tijdens, rond en na de feestdagen. Gezien deze nogal heftig waren geweest, besloot ik de hele ochtend en begin middag in het badhuis te vertoeven en hier meteen een vast ochtendritueel van te maken. In Thailand heb ik tijdens Songkran eens mijn ziel laten reinigen om deze hierna direct weer behoorlijk te bevuilen. Dat zou hier niet gebeuren. Mocht de masseuse het vragen, dan kan ze een happy ending mooi achterwege laten. Vrouwen met snor genieten nu eenmaal niet mijn voorkeur. Mij niet gezien. Ik heb voor hetere vuren gestaan, maar daar gaat ondergetekende zijn vingertjes niet aan branden. Masseren kan ze overigens wel verdomde goed.
Tijd voor de lunch. Het is geenszins druk in het hotel, maar toch ga ik net even wat later aan mijn lunch beginnen dan de rest. Die rest bestaat namelijk uit Duitse bejaarden en ik trek het slecht om daarmee in de rij te staan met een bord in mijn handen. Met het eten is niets mis. Met de service van mijn Turkse vrienden ook niet. Al moet ik wel wat oppassen, omdat ze hier, net als ik normaliter, een aversie hebben jegens lege bierglazen. Zuinig met de Raki zijn ze ook geenszins, dus na twee biertjes en een Raki besluit ik over te gaan op de cola. Het is immers niet de bedoeling om in de avond te menen volkszanger te zijn en liederen de ether van de hotelbar te knallen. Ik ken namelijk ook een paar Duitse meezingertjes die steevast goed in de smaak vallen. Ik kom hier voor mijn rust.