Een rokershoestje op de maandagmorgen is mij geenszins vreemd. Sterker nog. Als je meer dan zeventien jaar op zo een gulzige wijze sigaretten weg blaft met een steevaste uitschieter in het weekend van minimaal vijf pakjes, dan kun je niet anders. Dan neem je het rokershoestje op de maandagmorgen voor lief. Vervolgens drink je deze onwelkome gast met koffie je systeem weer uit terwijl je onder een repetitieve klaagzang over je slachtofferrol ten aanzien van de tabaksindustrie de eerste sigaret van de week aansteekt. Wat ik niet verwelkom is dat ik de hele maandag, dag en nacht, aan het hoesten ben en op een gegeven moment als een gevangen platvis in mijn bed koortsig naar adem lig te happen. Dat was afgelopen maandag het geval.
Het leek me verstandig om de huisarts met een bezoek te vereren. Normaliter had ik hier de fiets voor gepakt, maar mijn ademhaling leende zich daar niet echt voor. Bovendien stond mijn fiets nog ergens in de Pijp, omdat het een gulzig weekend was geweest. Het vooruitzicht van een volle tram werd door mij ook niet echt met fanfaremuziek bejubeld, dus ik besloot de Uber te nemen. De huisarts kwam al snel tot de conclusie dat ik een ontsteking in mijn longen had opgelopen. Ook zag hij een causaal verband met roken. Een antibioticum kuurtje en een puffer kreeg ik mee. Na twee dagen veel slapen, kippensoep, fruitshakes en medicatie voelde ik mij wat energieker. En de eerlijkheid gebiedt me te zeggen. Dat ademhalen is best wel fijn. Dat vond de huisarts, met wie ik een vervolgafspraak had, ook. Echter stipte hij nogmaals het causale verband met roken aan en gaf een dwangmatige uitnodiging voor een nieuwe vervolgafspraak waarin we mijn longen vanuit kikkerperspectief gaan vastleggen alsmede mijn longcapaciteit gaan meten.
Thuisgekomen keek ik droevig naar het sinds zondagmorgen niet aangeraakte pakje Lucky Strike op mijn bureau. Weemoedig zo niet melancholisch knikte ik naar de Indiaan op het pakje sigaretten. “Tijd om afscheid te nemen Chief Powatan. Het is tijd. De hoogste tijd. We eindigen onze relatie zoals ze begon. Hoestend en rochelend. ” Wat moet je als niet roker doen na een ontbijt, lunch of avondeten? En hoe gaat dat met een biertje? Of na een dubbele espresso? Dat waren overigens nog niet eens mijn meest voorname zorgen. Hoe de fuck ga ik de supermarktmanager van de Vijzelstraat er ludiek op attenderen dat hij die sigaretten wel erg in het zicht verkoopt? Ik besloot deze vragen niet te richten aan de Chief die ik zo vaak als toevluchtsoord en orakel had gebruikt. Ik ga er een nachtje over slapen. Ademend. Wel zo fijn.