Ik heb een teringhekel aan slechte sales!

“Goedemiddag met onbekende naam van bedrijf X. Komt het nu gelegen?” Ik heb her en der wat demo’s aangevraagd voor bedrijfssoftware. Ook heb ik wat bezichtigingen voor kantoorpanden aangevraagd. Al twee dagen word ik gestalkt door salesmensen.  Ik kon de naam van het beste meisje niet verstaan. Dit kan slechts twee dingen betekenen. Een spraakgebrek of kauwgom in de mond. Eerstgenoemde is niet waarschijnlijk. Het lijkt me dat de corporate waar ze werkzaam is een goed werkende HR afdeling heeft, in hoeverre dit geen contradictio in terminis is. Laten we er gemakshalve van uitgaan dat een bedrijf met een beurswaarde van 107 miljard dollar niet mensen met een spraakgebrek aanneemt op een inbound sales positie. Dan blijft er een kwalijke zaak over. Ze zat met kauwgom in haar mond. Daarbij ging ik er met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid van uit dat er geen capabele Sales Manager in haar nabijheid verkeerde. Zo eentje die streng doch rechtvaardig over zijn angels en shiners waakt met poffer handschoen en megafoon terwijl de boel wordt opgezweept door de hitjes van Bakermat. Ik hoorde inderdaad geen hitjes op de achtergrond. ‘Amateurs,’ dacht ik meteen. 

Ik ging er eens goed voor zitten en pakte zelfs mijn notitieboekje en pen erbij. Zoveel onkunde in de eerste zin. Adrenaline maakte zich van mij meester. Mijn oren spitsten zich in elfmodus. Ik vond de vraag ‘komt het nu gelegen’ een mislukte poging tot beleefdheid. Het nodigt namelijk uit tot het stellen van een voor de hand liggende wedervraag. “Wat komt precies gelegen?” Meisje van haar à propos, ik de leiding in het gesprek. Het is juist belangrijk om de leiding te hebben in een salesgesprek. Iets met oprechte interesse en het stellen van vragen. Dom hoor. Gemiste kans, want ik laat me niet interrumperen als ik onkunde aan de andere kant van de lijn bespeur.  

Ik verwittigde haar van het feit dat ik twee uur later al met een collega een afspraak had staan. “Welke collega,” vlamde ze er tegelijk met haar kauwgom uit. “Nou, je hoeft niet boos te worden. Relaxt! Cappuccino, croissantje, ontspan.” Ik gaf, beleefd als ik ben, uiteraard wel antwoord op haar vraag. “Maar die werkt bij enterprise sales. Jij gaf aan dat je tot 25 werknemers bent,” snauwde ze me verwijtend toe. Knap hoor. Onkunde combineren met gepruts opgeleukt door taalverkrachting. “Ik snap dat je enthousiast wordt van een nieuwe lead, maar zoals gezegd heb ik om half drie een afspraak met je collega.” Deze onkundige prutser gaf zich echter nog steeds niet gewonnen. Leedvermaak heeft ook zo zijn grenzen, dus ik nam weer de leiding in het gesprek. Ik verhief op slinkse wijze kordaat mijn stem. “HET SPIJT me je te moeten onderbreken (lees: houd je kop dicht, dom wicht). Ik bewonder je gretigheid, maar (juist: alles voor maar is onzin; ik bedoelde hier natuurlijk ik bewonder je onkunde en gepruts) zoals ik je al heb uitgelegd heb ik reeds een afspraak staan. In de tussentijd was mijn verse courgettesoep in de keuken aan het aanbranden. Godverdomme, wat heb ik een teringhekel aan slechte sales!