Mooie pandjes mooie geveltjes (3)

Kultúra ivászat

Om kwart voor negen in den vroege ochtend vond mijn biologische wekker het welletjes en sommeerde hij de olifant van het treintje naar dromenland mij bij de halte ‘Slaapdronken’ uit het treintje te flikkeren. Ik vervloekte de olifant, want de in de coupé aanwezige KLM-stewardessen gaven net gehoor aan mijn desperate versierpogingen door hun blauwe ondergoed aan mijn wellustige onderbewustzijn te showen. Dat maakte het wakker worden in een huiskamer waar de verwarming het eerste lustrum van Hongaarse stadsverwarming uitbundig aan het vieren was er niet bepaald beter op. Door de droge warme lucht steeg een misselijkmakende brakheid mij naar het hoofd bij het aanschouwen van de morgenstond.

De kater die je overhoudt aan het drinken van Oost-Europees bier en wodka liegt er niet om. Dat bleek wel toen ik onder de douche stond. Hoewel de gedachte aan de KLM-stewardessen hardnekkig aanwezig was, werd het Hongaarse riool tot mijn grote verbazing niet verrijkt met miljoenen potentiële Binsjes, maar met wat er in mijn maag was overgebleven van het slappe excuus voor Indische spekkoek en shoarma dat ik enkele uren eerder naar binnen had zitten schransen. Schransen zoals alleen een dronkaard dat kan. Zonder al te veel te kauwen, zo bleek uit de vele brokjes die deze ochtendsmoothie rijk was.

Omdat een stedentrip pas is geslaagd als het programma bestaat uit een combinatie van stappen en cultuur – cultuurzuipen- besloten we tot het maken van een heuse stadswandeling. Tijdens deze educatieve wandeling leidde Bas mij langs allerhande mooie pandjes met evenzo mooie geveltjes! Maar Oost Europa, zou Oost Europa niet zijn als de meest prachtige Victoriaanse panden niet afgewisseld zouden worden met hoogstaande socialistische architectuur, die vooral een voorliefde schijnt te koesteren voor afgebladderde grauwe kleuren en het kubistisch gebruik van beton. Uiteraard kon een bezoek aan een orthodox christelijke kerk niet ontbreken. De basiliek van Sint Stephan werd daarom zelfs van binnen bekeken. Culturele spons als ik ben, wilde ik deze heilige graag een handje geven, maar om deze reliek te mogen aanschouwen moest er betaald worden. Aan de pedofiele poppenkast van het katholicisme weiger ik ook maar een cent mee te betalen, dus dit cultureel religieuze feest lieten Bas en ik als echte heidenen aan ons voorbij gaan.

Wat ook niet mag ontbreken aan een stedentrip is een uitzicht vanaf grote hoogte over de stad. Op het moment dat ik aan het genieten was van een mooi uitzicht, werd ik gruwelijk gestoord door een Hongaarse hobo, die ons een A4-tje met een getypt Duits tekstje wilde verkopen. Een van de basisvoorwaarden om in de toerismebranche aan de slag te gaan, lijkt me dat je geschoren bent en niet naar alcohol stinkt. Het brakke baardje en de dode mussen die je giecheltje verlaten laat je immers maar over aan de cultuurzuipende toerist. Natuurlijk is het schrijnend dat mensen zo’n bestaan leiden, maar daar kan ik weinig aan veranderen. Lid worden van het hypocriete Postcodeloterij clubje? Ik dacht het niet! Bovendien kon ik mijzelf recht in de spiegel aankijken doordat ik al mijn muntgeld in de bloemenvaas van Bas heb achtergelaten. Deze zou het aan de zwerver geven, die zijn portiek tot zijn slaapkamer heeft verklaard. Dan kon hij voortaan op een kussen slapen in plaats van de wekelijks door Bas ververste pizzadoos die hem nu iedere koude nacht naar dromenland voerde.

Van wandelen krijg je honger! Mocht je ooit een Oost Europese stad met een bezoek verblijden dan doe je er het beste aan door te gaan eten in een Joods restaurant. Dat is, in tegenstelling tot het traditioneel Oost Europese voer, wel binnen te houden. Mooie bijkomstigheid is dat er vaak live muziek is in Joodse restaurants. Zo had restaurant ‘Spinoza’ een stokoude pianist ingehuurd om ons culinaire avontuur van wat muzikaliteit te voorzien. Dat hij af en toe een nootje missloeg namen we voor lief. De kater en de after-dinner-dip vormen een bijzonder slecht huwelijk. Je gaat je er als een ‘borlap’ van voelen, zoals zo passend op de wijnkaart prijkte. Ik moest snel een powernapje doen, want er stond nog een stapavond op het program!