Afgelopen vrijdag werd onze Duitse vrijmibo opgefleurd door de kwartfinale van die Mannschaft tegen de Fransen. Aangezien mijn Duitse collega’s in het oranje de wedstrijd Nederland Spanje hadden gekeken in Amsterdam leek het mij niet meer dan logisch om mij ook aan te passen. Het feit dat ik nu waarschijnlijk kan fluiten naar mijn erfenis moet ik maar op de koop toenemen. Volgens mijn vader zal die sowieso niet veel voorstellen, omdat hij heeft aangegeven alles zelf op te gaan maken. Wat mij opviel is dat Duitsers zich niet zo debiel uitdossen zoals Nederlanders dat zo goed kunnen. Wellicht dat hun ervaring met nationalisme in het verleden hier iets mee van doen heeft. Over het algemeen zijn Nederlanders ook een rustig volkje. Behalve met Koningsdag en wedstrijden van het Nederlands elftal op een EK of WK, want dan verandert een nuchter volkje in een massa oranje randdebielen.
Een voetbalshirt van die Mannschaft, een voorzichtig vlaggetje op de wang en misschien een Duitse Hawai krans. Verder dan dat gaat de Duitser niet. Hoe anders is dat in Nederland waar men niet vreemd opkijkt als iemand een bos winterpenen als hoofddeksel gebruikt of verkleed als oranje melkmeisje de kroeg binnen wandelt om de wedstrijd te kijken. Nee, de Duitser is een stuk behoudender. Ook erg vreemd dat de lange tafels waaraan iedereen zat ten opzichte van de televisieschermen verticaal stonden. Enige voordeel is dat je een bordje eten kon bestellen. Dat is altijd wel een goed idee tijdens de vrijmibo waar het doorgaans zo gezellig is dat je de avondmaaltijd vergeet. De Kartoffelsalat met schnitzel waren een welkome verrassing, want het bier vloeide meer dan rijkelijk. Bij een wedstrijd van het Nederlands elftal bestaat mijn dieet toch echt uit peuken en bier. Eating is cheating.
En ze bleven allemaal ook zo netjes in rijen zitten tijdens de wedstrijd. Daar zijn Duitsers sowieso wel dol op, op rijen. Toen ik enkele weken geleden een Weinfest bezocht in het pittoreske Bad Homburg en na een fles wijn wat trek kreeg, liep ik richting een vreetschuur op wielen. Het leek er op alsof er niemand in de rij stond. Ik moet echter al in tunnelvisie hebben rondgelopen, want rechts van deze kar stond een keurige rij Duitsers opgesteld die allen hun beurt afwachten. Ook veel logischer dan met veertig man voor zo’n kar je bestelling te schreeuwen. Het is maar wat je gewend bent. Ik dacht er staat niemand, ik bestel snel een ‘ geschnitzte Currywurst,’ maar dat culinaire feest ging mooi niet door. Netjes in de Duitse rij staan.
Toch lastig om die Mannschaft oprecht aan te kunnen moedigen. Ik weet het niet, maar dat lukt me toch niet. Als ik denk aan die Mannschaft dan komen er toch zaken bovendrijven als het misselijk makende figuur in de vorm van Lothar Matthaus en het spuug opwekkende Rudi Voller. Ik kon dan ook niet uit mijn dak gaan toen Duitsland scoorde. Een klein applausje vond ik meer op zijn plaats. Nu moet ik zeggen dat ik de Duitsers ook maar timide vond juichen als ik het vergelijk met de totale gekte die ontstond bij de laatste wedstrijd van het Nederlands elftal die ik bekeek op het Museumplein. De Duitse feestvreugde na het winnen van de wedstrijd tegen Frankrijk was weinig uitbundig te noemen als je het met de ontploffende oranjegekte vergelijkt.
De volgende dag was het de beurt aan Nederland. De in het kroegstraatje aanwezige Duitsers alwaar ik Nederland Costa Rica heb gekeken moeten mij ongetwijfeld als ridicule dwaas hebben gezien toen ik zelf ontplofte van vreugde. Daar zullen mijn oranje shiny jacket, de hoeveelheid sigaretten die ik in korte tijd heb weg geblaft in combinatie met het schreeuwen van intelligente teksten als “ goalen maken!” en het poëtische “ ole ole!” een meer dan positieve bijdrage aan hebben geleverd. Het liefst had ik een oud Hollandse polonaise ingezet, maar dat werkt niet in Duitsland, zo weet ik na een ietwat nare ervaring in een club in Düsseldorf waar mij bijzonder onvriendelijk werd verzocht het etablissement te verlaten nadat ik deze volksdans in de VIP lounge had ingezet. Zonder pardon werd ik de Konigsallee op gesmeten.
Dinsdag ga ik de wedstrijd van Duitsland tegen Brazilië kijken bij een Duitse collega thuis. Ik zal op mijn wang een Duits vlaggetje hebben, ik zal die Mannschaft aanmoedigen maar ik kijk toch vooral uit naar Nederland Argentinië. Op gepaste wijze zal ik het kroegstraatje naast het appartement waar ik logeer in Frankfurt op zijn kop zetten en Nederland naar de finale schreeuwen, roken en drinken. Opdat Nederland Duitsland mag treffen in de finale. De finale die ik gelukkig in Amsterdam kijk, zodat ik mij net als miljoenen andere oranje randdebielen ongestoord kan misdragen. ” Goalen maken!”