“Pat, ik ga het niet meer redden om het voor -en nagerecht te regelen. Kun jij even naar een traiteur gaan? Oh, en regel even wat water. In glas. Geen plastic!” Ik had me deze middag al versleept aan vier flessen Chablis en een fles Champagne incluis drie zakken ijs. Het was al half vier en ik stond met gepaste tegenzin een witte broek te strijken toen ik deze orders ontving. Een witte broek die ik onderin mijn kast weggemoffeld met andere uit de mode geraakte attributen zoals Hawaii blousjes en een Australian trainingsjack. Een uur later moesten we verzamelen op de Europaboulevard. Uiteraard raakte ik niet in paniek. Met een glimlach op mijn toet liep ik naar mijn ijskast. Ik opende een fles Chablis en schonk mezelf een vrolijk glas in. Het was tijd voor een ontspannend doch vrolijk muziekje. “Spetter Pieter Pater” van Herman van Veen. Al strijkend liet ik Foodora de culinaire orders van Kolonel S. uitvoeren. “Geen stress,” is immers het devies van 2018. Dit credo impliceert te denken in oplossingen. Nooit in problemen.
Om kwart voor vijf stond ik met drie Albert Heijn tassen vol wijn en lekkernij bij Kolonel S. voor de deur. Ondanks dat ik outfit met complimenten had begroet, wist zij multitaskend de boodschappen in een rieten mand te verplaatsen en haar witte blouse te verruilen voor een ander wit blousje. Na het instemmend beantwoorden van haar naar bevestiging vragende monoloog over de betere match van dit bovenstuk met haar broek, konden we dan toch eindelijk vertrekken. Tijdens de Uber rit werd mij het concept van Diner en Blanc verder uitgelegd. Ieder koppel verzorgt naast het eten ook zijn eigen wijn. “Waarom heb je me dan vier flessen Chablis en een fles Champagne laten halen,” vroeg ik geacteerd verbaasd. “Ik had drie gezegd,” loog ze om haar doseringsprobleem op mij af te schuiven. Toen we later aan tafel onze discussie deelde, bleken we in bijzonder puik gezelschap te vertoeven. We waren niet de enige met een gulzig inschattingsvermogen. Ik voelde me meteen thuis op het Lange Voorhout in onze Hofstad.
Ik had nog niet eerder van Dinner en Blanc gehoord. Het concept is platgeslagen als volgt. We nemen 1800 levensgenieters die geblinddoekt tenminste een biefstuk van een tonijnsteak kunnen onderscheiden. Gezellig volk dat weet dat je goede wijnen altijd in evenzo goed gezelschap dient te drinken. De deelnemers vieren het leven. Men kiest vervolgens een geheime locatie en de 1800 mensen wordt verwacht om eigen tafels, stoelen, drie culinaire gangen, wijn, aankleding en goede zin mee te nemen. De dresscode is zomers wit chic. Enige afwijkende kleur is een bloem die je mag dragen. Bofte ik even dat ik voor de gelegenheid een wit pochetje uit mijn kast had getoverd in plaats van het doorgaans meer kleurrijke zakdoekje dat mijn colbertje siert.
Dinner en Blanc is een soort culinair ‘White Sensation’ voor babyboomers. In plaats van een Deejay wordt er een orkest ingehuurd dat de leipe hitjes van Shubert, Mozart en Vivaldi de gezellig culinaire ether inknalt. Om een traditie te laten voortleven is het echter belangrijk om de jeugd erin te betrekken. Teveel vergrijzing komt een event nooit ten goede. Een traditie sterft een eenzame treurige dood als ze niet wordt gedeeld met de volgende generatie. Derhalve waren wat leeftijdsgenoten gevraagd een halve bus met hun leeftijdsgenoten te vullen. Ook op klassieke hitjes kan er gedanst worden zo liet onze tafel blijken. Als het gezellig is mag er immers gedanst worden! De witte broek ligt niet meer weggestopt onder in mijn kast. Integendeel. Stralend en gestreken ligt ze te wachten op volgend jaar. Op naar een volle bus leeftijdsgenoten volgend jaar!